Duidelijk communiceren? Nederlands is niet altijd the way to go
Er is veel om te doen: Engelse woorden in de Nederlandse taal. “Not done”, zoals grappig in deze LinkedIn-post van Laurens van den Berg, medeoprichter Tolkie, wordt gezegd. Engelse woorden maken onze taal onnodig moeilijk en onbegrijpelijk. Maar is dat zo? Is het gebruik van woorden uit een andere taal niet gewoon onderdeel van de ontwikkeling van onze taal? Wie bepaalt eigenlijk wat onduidelijk is? En hoeveel onzin kramen we eigenlijk uit in wat wel gewoon Nederlands is? Een kritische blik op de ‘Nederlandse’ taal, leenwoorden die we niet lenen, onzinuitspraken, taalverloedering en taalevolutie.
Laten we een deel van die inleiding eens in het klassiek Middelnederlands uit de 12e tot de 15e eeuw schrijven, want het wordt erg lang als we de hele inleiding doen. Dit zou een deel van de inleiding kunnen zijn:
“Hi is vele sprake van, ende men maket twistich ende beroert omtrent dat men gherne die Engelse sprake bringhet in onser dietscher tale. Sommighe segghen: “Dat hoert niet ghedaen te sijn” — alsoe Laurens van den Berghe dat met boerden seide in eene scrifte op dat net, ghenaempt LinkedIn. Men meent, dat sulke vreemde worden die tale verswaert ende onghereadmakelijc. Maer es dat wel waer? Is niet dat ghebruken van vreemde sprake een deel van den ghang ende wordinge onser tale? Wie sal oordeelen wat duuster es ende wat claer? Hoe vele onsen sin spreectmen wel in dietse worden, die nochtans sonder reden sijn?”
Taalevolutie is niks nieuws
Ik snap daar dus geen hout van… Wat betekent de uitspraak ‘er geen hout van snappen’ eigenlijk? De enige bron die ik zo snel vond over die uitspraak, weet het ook niet. Ik had ook ‘sikkepit’ kunnen zeggen, maar ik wil niet dat je denkt dat ik het over geitenkeutels of geitenkaas heb. Maar goed, die uitspraak is dus wel gewoon Nederlands. Net als die intro (inleiding), zelfs al zou je het niet zeggen. En ja, daar heb ik de hulp van AI (artificial intelligence) voor gebruikt. Gadver, daar heb je al zo’n Engelse term. Maar je snapte me wel toch? Op deze Wikipedia-pagina vind je trouwens meer over klassiek Nederlands en de oudst bekende zin. Ik snapte die zin niet. Jij wel?
Het punt dat ik wil maken: taal ontwikkelt altijd. En we moeten het niet hebben over of een woord native Nederlands is, maar of het duidelijk is voor de ontvanger. In dit geval begreep ik klassiek Nederlands voor geen meter (mag het ook een centimeter zijn?), sneed een Nederlandse uitspraak geen hout, maar begreep ik wel wat er bedoeld werd met een Engelse term. Het gaat er niet om of we een leenwoord uit een andere taal gebruiken, maar of een lezer of luisteraar onze boodschap begrijpt. Soms zijn leenwoorden helemaal niet erg, vinden gelukkig veel mensen ook. Toegegeven, een LinkedIn-poll, zoals in die link, is misschien niet representatief voor die conclusie. Maar het zegt weldegelijk wat.
We zijn allemaal dieven
‘Leenwoord’ is overigens ook een Nederlands woord met een vage betekenis. Letterlijk betekent lenen namelijk dat we iets ook teruggeven. We gebruiken wat we lenen tijdelijk. Maar met ‘leenwoorden’ bedoelen we woorden uit een andere taal die we in het Nederlands vaak permanent gebruiken. We lenen helemaal niet. Ik vraag me af of we woorden als baby, champignon, weekend, training, cadeau, chauffeur, ambulance, ballon, caravan of fanfare ooit teruggeven… Ik heb een best goed fingerspitzengefühl en denk dat we dat niet doen. Trouwens, je zou überhaupt nog schrikken van hoeveel leenwoorden we hebben. Bekijk overzichten van leenwoorden uit allerlei talen.
En leenwoorden zijn van alle tijden. “In de klassieke oudheid speelden het Latijn en het Grieks al leentjebuur bij elkaar. Leenwoorden zijn, zo bleek, steeds het gevolg van taalcontact en culturele uitwisseling. Aangezien er geen volkeren bestaan die volledig zijn afgesloten van de buitenwereld, hebben alle talen leenwoorden”, aldus Taalcanon. Het gebruik van leenwoorden is een onderdeel van natuurlijke taalevolutie. “Puur eentalige samenlevingen bestaan niet of bijna niet”, aldus Marc van Oostendorp, hoogleraar aan de Radboud Universiteit en hoofdredacteur van Neerlandistiek, in een artikel op Neerlandistiek.nl.
Duidelijkheid voorop
We bakkeleien (is dit wel zo’n duidelijk woord? Ik vind het een geweldig woord in ieder geval) over leenwoorden en taalverarming. Maar we gaan voorbij aan waar die woorden voor gebruikt worden: om een boodschap over te brengen. En als die boodschap duidelijk is voor de ontvanger, wat is dan precies het probleem? Het gaat erom dat wanneer we leenwoorden introduceren, we de gebruikers laten bepalen of die woorden blijven, zoals de Taalunie mooi schreef. Als onze doelgroep bepaalde woorden gebruikt, dan helpt het als wij er ook voor kiezen die woorden te gebruiken. Soms is het buitenlandse alternatief voor een Nederlands woord duidelijker. Is ‘bureau’ niet veel duidelijker dan ‘lessenaar’, en ‘piano’ dan ‘klavier’?
En zijn woorden niet duidelijk, dan verdwijnen ze vanzelf uit onze taal. De Taalunie: “Veel mensen hebben het woord ‘keyboard’ vervangen door ‘toetsenbord’. En de ‘display’ van een computer is definitief het ‘beeldscherm’ geworden.” Als we maar meebewegen met onze gebruiker. Die bepaalt hoe wij moeten communiceren. En sometimes that is with a bit of Engels, hè? Oder Deutsch oder etwas anders, comme Français.
Nederlands is niet duidelijk
Maar we kunnen er ook voor kiezen de taalpurist uit te hangen. Dan kunnen we stroperige stukken tekst schrijven als deze:
“De ambtelijke deskundigheid van Nederlandse overheden is kwetsbaar en kent tekorten. Dat concludeert de WRR in zijn rapport ‘Deskundige overheid’. Een overheid die snapt wat er moet gebeuren en dit goed regelt is essentieel om de grote uitdagingen op het gebied van veiligheid, wonen en klimaat aan te kunnen. Om de kwaliteit van de overheid te verbeteren is het van belang om meer te investeren in de eigen deskundigheid, stelt de WRR. De WRR beveelt aan om de ondersteuning van Kamer- en raadsleden te versterken, ambtenaren slimmer te rouleren en multidisciplinaire teams in te richten die over organisatiegrenzen heen samenwerken. De Raad beveelt ook aan om een permanente Commissaris voor de Rijksdienst aan te stellen met brede bevoegdheden die ervoor zorgt dat alle geledingen van het Rijk beschikken over de expertise en werkwijzen die onmisbaar zijn voor een deskundig optredende overheid.” Lees het hele artikel van WRR (sorry WRR).
Op zo’n alinea mogen we trots zijn: er staan geen leenwoorden in! Gekkigheid natuurlijk. Ik snap hier geen jota van. En niet alle alinea’s zijn zo dramatisch geschreven. Er zijn zat goede alinea’s met alleen ‘echt’ Nederlandse woorden, maar óók met leenwoorden. Maar als we onze boodschap gigantisch omslachtig en complex formuleren, dan begrijpt niemand de boodschap. Met of zonder leenwoorden. Daar hebben we als overheid een handje van. Dat ligt niet aan leenwoorden.
Ken je doelgroep
Laat ik duidelijk zijn: ik pleit er niet voor dat we dan maar zoveel mogelijk leenwoorden gebruiken. Ik pleit ervoor dat we als overheid de taal kiezen die past bij onze doelgroep. Dat we duidelijk communiceren. En leenwoorden gebruiken als een boodschap daar om vraagt.
Leden van onze Community CX begrijpen wat we met CX (Customer Experience/klantbeleving) bedoelen. Dat is nu eenmaal de naam van de methodiek. Hetzelfde geldt voor meer termen die we gebruiken, bijvoorbeeld ‘branding’ in marketing (marketing is overigens ook een Engelse term). Op de werkvloer kennen we meer van dat soort Engels jargon. Maar dat jargon wordt soms te makkelijk met jeukwoorden bestempeld. Alleen snapt nagenoeg iedereen me als ik het heb over een meeting, een videocall, feedback, downloaden en troubleshooten (we hebben leenwoorden zelfs vervoegd), stand-up en inchecken.
We gebruiken ook steeds meer buitenlandse woorden omdat de wereld met de komst van onder andere social media steeds kleiner is geworden. We globaliseren en zijn internationaal met elkaar verbonden. We consumeren media van over de hele wereld en communiceren met mensen uit allerlei landen. Logischerwijs nemen we daarom woorden van elkaar over. Met name jongeren communiceren steeds meer met leenwoorden. Dat vinden taalpuristen maar niks.
Ik heb er wel salami van gegeten
Duidelijkheid dus. Dat staat voorop. We moeten afstappen van die xenoglossofobie. Er had trouwens geen mooier woord bedacht kunnen worden om de angst voor vreemde talen te omschrijven. Het Nederlands is zo makkelijk nog niet, getuige de tekst van WRR. En duidelijk is het ‘echte’ Nederlands ook niet altijd. Heeft iemand ergens kaas van gegeten? Dat betekent dat-ie ergens goed in is. Maar waarom dan kaas? Waarom niet salami? Nog zo’n leuke: om de haverklap. Dat zegt dus helemaal niks. Wat is in vredesnaam een haverklap? Er zijn verschillende theorieën gaande over wat ‘om de haverklap’ betekent. Is het een verbastering van het Friese ‘aveklap’? We weten het niet zeker.
Of wat te denken van de contaminaties die we gebruiken? Een contaminatie is het onjuist samenvoegen van 2 woorden of uitdrukkingen die qua betekenis dicht bij elkaar liggen, waardoor een nieuw woord of een verkeerde nieuwe uitdrukking ontstaat. Maar misschien wil je die betekenis nog nachecken. De contaminatie ‘nachecken’ is overigens ook nog eens een foutieve vervoeging van een leenwoord uit het Engels. My god, wat maken we het onszelf moeilijk.
Leenwoorden zijn een doorbakken biefstuk
Taal is complex. Taalontwikkeling is dat ook. Ik heb er begrip voor dat we kritisch zijn op de woorden die we wel en niet opnemen in onze taal. En dat we met zorg kijken naar de regels die onze taal, onze taal maken. Want die regels dragen ook bij aan het begrijpen ervan. Zonder regels is er geen duidelijke taal. En zonder Nederlands is er geen Nederlands en duidelijke taal. Maar we hebben óók leenwoorden nodig.
Dus waak ik ervoor dat we ons krampachtig verweren tegen het gebruik van die leenwoorden, omdat ze niet ‘echt’ Nederlands zijn. Who cares? Ze zijn toch duidelijk? Grappig genoeg gebruiken veel taalpuristen ook leenwoorden. Waar ligt dan de grens? Kunnen we afspreken dat we kiezen voor taal die duidelijk is voor je ontvanger? Dat zou ik nou chill vinden. En dan is een leenwoordje op z’n tijd dus wel(l) done. Dat ging niet over biefstuk.

Netwerk Direct Duidelijk
Veel Nederlanders begrijpen overheidscommunicatie namelijk niet of niet meteen. Met het Netwerk Direct Duidelijk willen we bijdragen aan duidelijke (overheids)communicatie.
Word lid
Testlab on Tour
Wil je weten of je boodschap begrijpelijk is? Test dan je tekst. Hoe? Door mee te doen met Testlab on Tour. Je gaat dan zélf je tekst testen. Doe je ook mee?
Doe ook mee!