Taal­punt Zwolle: samen werken aan basisvaardigheden

Marjan Strijker

In Nederland hebben ruim 3 miljoen mensen moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak gaat dat ook samen met minder digitale vaardigheden. Veel mensen schamen zich daarvoor en vragen niet snel om hulp. Maar zonder goede basisvaardigheden wordt meedoen in de samenleving steeds lastiger. In Zwolle kunnen inwoners terecht bij Taalpunt. We spraken met coördinator Marjan Strijker over haar werk, en wat gemeenten en andere organisaties kunnen doen om deze groep te bereiken.

Het merendeel van de mensen die moeite heeft met lezen en schrijven is in Nederland geboren en opgegroeid. Laaggeletterdheid komt dus niet alleen voor bij mensen voor wie Nederlands een 2e taal is, zoals soms wordt gedacht. En het komt voor in alle lagen van de bevolking; niet alleen aan de ‘onderkant’ van de maatschappij. Ook mensen met een baan, gezin of diploma kunnen moeite hebben met taal. Oud én jong. Daarnaast hebben veel van deze mensen moeite met digitale technologieën of apparaten. Deze zogenaamde beperkte digitale vaardigheden zijn niet alleen een probleem van ouderen: ook jongeren en werkenden lopen hier tegenaan. Het kan iedereen overkomen.

Een plek voor iedereen

Iedere inwoner van Zwolle vanaf 18 jaar die beter wil lezen, schrijven, spreken of rekenen, kan terecht bij Taalpunt. Ook inwoners die digitaal vaardiger willen worden of hulp nodig hebben bij het versterken van financiële vaardigheden met geldzaken kunnen er terecht.

Marjan: “We hebben ongeveer 150 vrijwilligers. Zij begeleiden deelnemers 1-op-1 of in groepjes. Voor Nederlandstaligen gaat het vaak over lezen, schrijven en digitale vaardigheden. Voor anderstaligen vooral over spreken. We hebben zelfs speciale leesgroepjes. Vrijwilligers lezen voor en daarna praten ze samen over het verhaal. Dat is heel waardevol. Als je niet goed kunt lezen, mis je de ervaring van een boek. Door voor te lezen, geven we mensen die ervaring toch mee.”

Meer dan taal alleen

Het Taalpunt biedt ook hulp bij rekenen, omgaan met geld en het verbeteren van digitale vaardigheden. Marjan noemt een voorbeeld van een deelneemster van 32 die nauwelijks kan lezen of schrijven. “Zij kan maar een paar woorden lezen en schrijven: ‘hoi’ en ‘dag’. Haar grootste wens? Meedoen in de WhatsApp-groep van haar vrienden. Nu leert zij stap voor stap nieuwe woorden en hoe ze de spraakfunctie in WhatsApp kan gebruiken. Als ze straks een berichtje of voicebericht kan sturen, voelt ze zich minder alleen. Dat maakt haar leven zoveel rijker.”

Ook geldzaken komen aan bod. “We gebruiken bijvoorbeeld het lesmateriaal Voor ‘t zelfde geld van de Stichting Lezen en Schrijven. Mensen leren wat een aanbieding echt kost, hoe ze een weekplanning maken, hoe ze slim boodschappen kunnen doen en wat verstandige keuzes zijn bij online shoppen. Voor de meeste mensen zijn dit heel gewone, dagelijkse dingen. Maar als je dat nooit geleerd hebt, hoe houd je dan grip op je geld en voorkom je financiële problemen?”

Voor veel mensen is het de eerste keer dat iemand zegt: ‘Jij kunt dit!’ Dat maakt een wereld van verschil.

De kracht van vrijwilligers

De vrijwilligers zijn de motor van Taalpunt Zwolle. Zij krijgen training en begeleiding om deelnemers goed te ondersteunen. “Onze vrijwilligers zijn ontzettend gemotiveerd. Ze geven deelnemers niet alleen kennis, maar ook vertrouwen. Het gevoel van gelijkwaardigheid is hierin belangrijk. Voor veel mensen is het de eerste keer dat iemand zegt: ‘Jij kunt dit!’ Dat maakt een wereld van verschil.”

Samenwerken met de gemeente

De gemeente Zwolle speelt een belangrijke rol. Zij is verantwoordelijk voor de coördinatie van het beleid rond basisvaardigheden. Het Taalpunt is daar een belangrijk onderdeel van. “We hebben korte lijnen met consulenten educatie van de gemeente”, zegt Marjan. “Dat maakt samenwerken prettig. We werken tenslotte voor hetzelfde doel: zorgen dat iedereen kan meedoen.”

Gemeenten en organisaties kunnen via het Taalpunt ook in contact komen met laaggeletterden om brieven en formulieren te testen. Dat levert veel op. Je ziet pas hoe ingewikkeld een brief is als iemand zegt: ‘Ik snap dit niet.’ Kleine aanpassingen kunnen al een groot verschil maken. Zo heeft het Versimpelteam van de gemeente Zwolle al meerdere keren brieven en formulieren getest met deelnemers van het Taalpunt. Zo weet je zeker dat je boodschap ook echt overkomt.”

Corrie in het ziekenhuis

Een mooi voorbeeld daarvan zag Marjan toen ze samen met Corrie, een taalambassadeur, het ziekenhuis in Zwolle bezocht. “We stonden bij een plattegrond waar ‘U bevindt zich hier’ op stond. Die tekst is voor veel mensen niet duidelijk. Waarom niet gewoon: ‘U staat hier’? Dat maakt het meteen begrijpelijker.”

Ook het digitale aanmeldsysteem leverde problemen op. Als je je meldt bij de balie, krijg je een kaartje met een QR-code. Als je die laat scannen, verschijnt er op een scherm in welke wachtruimte je moet plaatsnemen. Maar de melding staat maar een paar seconden in beeld. “Ik kan dat niet zo snel lezen,” zei Corrie.

“Zet het 10 seconden op het scherm,” adviseerde ze. “Of print het uit op het kaartje.” Zulke kleine aanpassingen maken een ziekenhuisbezoek voor veel mensen een stuk minder stressvol.

Schaamte en een regionale taalambassade

Hoewel Taalpunt Zwolle al 12 jaar bestaat, is het nog lang niet bij iedereen bekend. Veel mensen durven bovendien niet uit zichzelf naar een Taalpunt te gaan, uit schaamte of omdat ze niet weten dat het bestaat. Ze zeggen: ‘Mijn partner helpt me wel.’ Maar als die hulp wegvalt, kunnen ze ineens nergens meer terecht. Daarom werkt Taalpunt nauw samen met sociaal werkers, buurtwerkers, bewindvoerders en andere professionals die kunnen signaleren dat iemand moeite heeft met taal.

“Warm doorverwijzen is cruciaal. Een folder meegeven helpt vaak niet – zeker niet als iemand moeite heeft met lezen. Samen de eerste stap zetten, bijvoorbeeld door iemand te begeleiden naar het Taalpunt, verlaagt de drempel enorm. Wij bellen nieuwe aanmeldingen vaak binnen 24 uur. Dat geeft vertrouwen. Voor iemand die misschien al jaren worstelt, is dat een belangrijke ervaring: eindelijk iemand die mij begrijpt en mij niet dom vindt.”

Daarnaast werkt Taalpunt samen met andere taalpunten in de regio aan een regionale taalambassade. Zo’n ambassade bestaat uit mensen die zelf ervaring hebben met laaggeletterdheid. Zij inspireren anderen en adviseren organisaties.

Ook al help je maar 1 iemand in je hele carrière, dat maakt al verschil.

Een tip voor gemeenten en uitvoeringsorganisaties

Marjan heeft een duidelijke boodschap voor mensen die bij de overheid werken. “Zorg dat je weet waar in jouw gemeente het Taalpunt zit. Train jezelf of collega’s om laaggeletterdheid te signaleren, om het gesprek aan te gaan en door te verwijzen. Ook al help je maar 1 iemand in je hele carrière, dat maakt al verschil. En leer uit je eigen bubbel te stappen: basisvaardigheden zijn niet vanzelfsprekend. We willen toch allemaal dat iedereen kan meedoen in de samenleving?”

Hoort bij de community