U vraagt niet, wij maken toch

Jasper van Kuijk is vertrokken naar Zweden. En sinds kort is hij ook geen columnist meer bij de Volkskrant. Een klein drama voor mij, want 10 jaar lang schreef hij wekelijks over het belang van goed ontwerp. Hij is niet makkelijk te vervangen, als je het mij vraagt. Hij verwierf bekendheid bij de Volkskrant en als cabaretier. Toch was Jasper nog wel het meest bekend van zijn presentatie tijdens het Maak Het Bruikbaar Festival van Gebruiker Centraal in 2018… Oké, geintje. Maar het was geweldig dat-ie erbij was! Toch: ook al ben ik een fan van zijn columns, zijn laatste column over dat we altijd moeten doorgaan met ontwerpen vind ik de plank misslaan.

Het vertrek van Jasper is een groot verlies voor journalistiek Nederland. Zijn laatste column: Maak wat nog nooit gemaakt is. Stop nooit met maken. Maar hier ben ik het mee oneens. “Maken is sporen nalaten”, zegt Jasper. Als overheid laten we alleen wel erg veel sporen na. We moeten wel degelijk stoppen met maken, en wel om 2 redenen:

  1. We maken te veel
  2. Je kunt niet alles (centraal) ontwerpen

We maken te veel

Lezers van mijn eerdere blogs weten dat ik me vaker uitgelaten heb over hoe we als overheid te veel maken. Zo schreef ik over de eindeloos veel websites die we als overheid maken. En ik schreef over hoe we constant nieuwe applicaties en andere ‘hulpmiddelen’ ontwerpen om mensen te helpen werken met niet functionele systemen. Een app waarmee je leert werken met… een andere app… Huh? Ja, echt. Ik haalde bijvoorbeeld de Simpel-app aan. Die maakt overheidsbrieven makkelijker leesbaar (simpel). Maar waarom schrijven we niet gewoon betere brieven? Gelukkig is er daarom ook de Schrijfsimpel-app, en die gaat wel echt de goede kant op. Daarmee leggen we het probleem van slechte brieven namelijk niet bij de burger, maar bij medewerkers die betere brieven moeten schrijven.

Ik ben gelukkig niet de enige die het zegt. Tijdens de International Design in Government conference in 2019 zei Gerry McGovern in een prachtig Iers accent (hij is ook echt Iers en deed niet alsof): “We have tremendous abilities to produce. But we have so poor abilities to maintain.” Ofwel: we hebben geweldige vaardigheden om te produceren, maar we hebben heel weinig vaardigheden om te beheren.

Zijn woorden waren bijna profetisch voor mij. Hij gaf een harde les die we nog niet geleerd hebben, vermoed ik. We maken te veel, en we beheren en snoeien te weinig. De woorden van McGovern blijven sindsdien in mijn hoofd rondzingen, in een prachtig Keltisch nummer uiteraard. 

Gerry McGovern zegt tijdens de Design in Government conference in 2019: “We have tremendous abilities to produce. But we have so poor abilities to maintain.”
Gerry McGovern presenteert tijdens het Maak Het Bruikbaar Festival 2018

Ik denk niet dat we helemaal moeten stoppen met ontwerpen. Ik denk wel dat we te veel ontwerpen, en te vaak vanuit een centrale plek. Soms moeten we niet iets nieuws bedenken, maar iets goeds hergebruiken. Juist bij de overheid, waar we geen last hebben van concurrentiegevaar.

Binnen de overheid kunnen we onze goede voorbeelden makkelijk delen. 1600 overheidsorganisaties hoeven dan niet elke keer opnieuw het wiel uit te vinden. Ook voor ons bij Gebruiker Centraal is het stoppen met maken uitdagend. We ontwikkelen tal van hulpmiddelen. We zijn dus zeker niet heilig, maar we doen ons best. Zo zijn we van 23 subsites teruggegaan naar 10.

Je kunt niet alles (centraal) ontwerpen

Dan komt mijn 2e punt: je kunt niet alles ontwerpen. Toch proberen we dat wel. In de laatste aflevering van de podcast Democratie in Uitvoering praat Marije van den Berg bijvoorbeeld met Thijs van Mierlo over gemeenschapszin. Het gesprek gaat over hoe gemeenschappen de samenlevingen van vandaag vormgeven. En hoe de staat zich daartoe verhoudt.

Thijs van Mierlo stopt na bijna 20 jaar met zijn werk bij Landelijk Samenwerkingsverband Actieve (LSA) bewoners, de vereniging van bewonersinitiatieven. Thijs noemt zijn grootste blunder in zijn tijd bij LSA: “We hebben ooit gedacht dat we een soort blauwdruk konden maken. Dat was een enorme blunder.”

De organisatie van Thijs probeerde een proces te maken voor het versterken van bewonersinitiatieven in aandachtswijken, een ontwerp dat door anderen gebruikt moest worden. Alleen: het werd niet gebruikt. Wie waren zij om centraal iets te bedenken? De organisatie van Thijs bedacht een proces om bewonersinitiatieven vorm te geven. Van de statuten tot het profiel van de zakelijk leider.

Thijs zegt: “We hebben letterlijk presentaties gemaakt over hoe iedere aandachtswijk een burgerkrachtcentrale moest hebben, hoe dat precies georganiseerd werd, wie waar zeggenschap had en hoe dat ondersteund werd. Dat deden we ook met bewonersbedrijven, een ondernemende vorm van een bewonersinitiatief. Heel erg bedacht, zelfs met predicaat en stempel dat het echt een bewonersbedrijf was. Zelfs wat het zakelijk profiel van de leider was, wat die mocht verdienen en hoe de statuten eruitzien. Wij dachten echt dat wij dat konden ontwerpen. Dat is glorieus mislukt.”

Deze denkfout maken we vaker. We bedenken iets in Den Haag en ‘rollen dat uit’ over heel Nederland. Vanuit Den Haag leggen wij aan alle gemeenten uit hoe hun werkelijkheid in elkaar steekt. We vertellen mensen die dag-in-dag-uit werken voor hun inwoners, eigenlijk moeten werken aan hun dienstverlening. Dé fout die we hier maken is dat we dit in onze eigen bubbel verzinnen. We denken andermans context wel te snappen, of erger nog, we negeren die context een beetje. We doen hooguit nog een validatieronde met welwillende meedenkers. Het lijkt op beleidsmakers die zich bemoeien met de uitvoering.

Stop met maken!

We maken, te pas en te onpas, omdat dat leuk is. Alleen maken we te veel en we maken te vaak de verkeerde dingen. We moeten niet meer, meer, meer maken. We moeten benutten wat er al is en beheren en verbeteren. En we moeten vooral niet bang zijn om te snoeien.

Dat is lastig. Want hoe Gerry het in 2019 al zei: “There is no reward for maintaining” (er is geen beloning voor beheren). Je krijgt meer waardering als je 25 pagina’s vol tekst schrijft dan wanneer je er 25 verwijdert. Je krijgt applaus voor het opleveren van die nieuwe website, niet voor het verwijderen van 10 gedateerde websites. We belonen productie.

We moeten naar een manier van kijken waarin we niet alleen tevreden zijn als we iets hebben gemaakt, maar ook wanneer er minder is dan er was. En aan Jasper: ik vergeef je voor deze column. Ik ga je aanwezigheid missen. Ik hoop dat anderen dezelfde boodschappen kunnen brengen in columns. Dank voor de uitstekende columns de afgelopen 10 jaar.