De overheid heeft een miljoenmiljard websites
“Heeft de overheid meer dan 1.800 websites?!”, was de geschokte reactie van Arjen Lubach op zijn collega Tex de Wit vorig jaar. Wie kent het fragment van de Avondshow over overheidswebsites niet? Veel mensen stuurden mij geschokt na de uitzending de link naar het fragment. 1.800, dat zijn er ook wel heul erg veel. En toch, ik vond het aantal wel meevallen. We hebben er namelijk veel meer. Maar hoeveel dan? En hebben we zelf eigenlijk wel zicht op deze website-epidemie? Ik weet het aantal niet precies, maar ik denk dat ik een eind kom.
Tijdens de aflevering zei Tex al wel dat we het met het aantal van 1.800 nog niet hebben gehad over de websites van provincies en gemeenten. Dat klopt, maar dat is nog niet alles. Wat dacht je van de ruim 100 adviescolleges, meer dan 150 zelfstandige bestuursorganen en (jawel) meer dan 400 gemeenschappelijke regelingen? Allemaal hebben ze minstens 1 website, maar vaak zijn het er meer. Sterker nog, ik ken geen enkele organisatie met maar 1 website.
En dan zijn er ook nog de bijna 1.400 ‘organisaties met overheidsbemoeienis’. Dat zijn niet allemaal overheden, maar mijn eigen organisatie, ICTU, staat ook in die lijst. En ICTU valt wel degelijk onder de overheid.
1.800 websites is slechts het begin
Allereerst: waar komen de 1.800 websites van Lubach vandaan? Dat aantal hebben ze gevonden op 1 van de ruim 1.800 overheidswebsites die ze zelf ontdekt hebben. Op de website Communicatierijk vind je het Websiteregister Rijksoverheid. Daar zie je inderdaad de ruim 1.800 websites van de Rijksoverheid. Alleen: de overheid is breder dan dat.
Gelukkig ken ik nog wel wat overheidswebsites die in de krochten van het internet verstopt zitten. Bij mijn eerste zoekopdracht door het websiteregister kom ik er meteen achter dat die niet te vinden zijn tussen de 1.800 websites. 1 van mijn favorieten is een website waar je elk soort paspoort per land kunt bekijken. Van dit soort hele specifieke websites hebben we er echt veel.
Wat dacht je bijvoorbeeld van deze websites:
- Boetebase: Overzicht van bedragen van alle boetes
- OVI Kentekencheck: de gegevens van alle auto’s in Nederland in ‘de Online Voertuigen Informatie’.
- Kennisbank Openbaar Bestuur: alles over het openbaar bestuur, wat iets anders is dan;
- Kennis van de overheid: een kennisbank over de overheid
- Landelijk Register Kinderopvang: informatie over kinderdagopvangvoorzieningen
- Strafdossier MH17: een fraai opgezet verhaal over MH17
- Erfgoedmonitor: feiten en cijfers over het erfgoed in Nederland
- Huurprijscheck: bereken de huurprijs van je kamer of woning
- Fietsdiefstalregister (FDR): in het FDR vind je de fietsen die als gestolen zijn gemeld
- Catalogus van het Kadaster: een begrijpelijke uitleg bij moeilijke begrippen die het Kadaster gebruikt
- Zwemwater.nl: vind een plek om (veilig) in natuurwater te zwemmen
- Moordzaak: een online serious game van het Openbaar Ministerie
- Overstroomik.nl: wat te doen bij hoog water
- Hey, het is ok: over de winterdip en wat je ertegen kunt doen
- CBR Vademecum: ik heb opgezocht wat dit betekent, een vademecum is een naslagwerk
Je ziet het: over alles kunnen én maken we een website bij de overheid. Dit was nog maar een willekeurige greep uit de vele websites. De lijst gaat verder en verder…. En de lijst gaat verder.
Kaarten
We hebben als overheid ontzettend veel informatie die gekoppeld is aan een bepaalde locatie. En we publiceren dat graag online. Vaak in de vorm van een interactieve kaart, een Geografisch Informatie Systeem (GIS). De GIS-websites zijn een categorie op zich.
Denk aan alle geografische data over steden of 3D-modellen van steden, zoals het dataportaal van Noord-Brabant. Of informatie over water, hoe leefbaar je omgeving is, hele oude kaarten, registratie van alle gebouwen, een meldpunt voor wolven of een risicokaart. Gelukkig is er óók een website met een overzicht van alle kaarten en datasets.
Meer dan 10 keer zoveel websites?
Er zijn meer bronnen dan het Websiteregister Rijksoverheid. Bijvoorbeeld het Dashboard DigiToegankelijk, waarin de websites staan met een verklaring over hun toegankelijkheid. Op de website staat dat de Nederlandse overheid verantwoordelijk is voor 9.261 websites (per 5 februari 2024). Maar als je zoekt in het overzicht op ‘site’, kom je tot 11.752 websites (eveneens per 5 februari 2024). Dus ook uit het dashboard haal ik niet meteen hoeveel websites er zijn. En na de publicatie van deze blog kunnen er zomaar al meer (of minder) websites zijn.
Afijn, ruim 11 duizend, als we af gaan op de zoekresultaten! En dit overlapt maar deels met het Websiteregister van de Rijksoverheid. Want filter bij ‘Organisaties’ maar eens op Rijksoverheid op het dashboard. Dan kom je uit op ruim 970 websites (wederom per 5 februari 2024. Dat aantal verandert nogal eens). Toch ruim minder dan we in het Websiteregister Rijksoverheid zien.
Hoeveel websites hebben gemeenten?
Ik zoek verder. Om er bijvoorbeeld achter te komen hoeveel websites gemeenten hebben, heb ik wat collega’s van gemeenten gevraagd of zij weten hoeveel websites hun gemeente heeft. Van de gemeente Tilburg wist ik bijvoorbeeld al dat zij 170 websites heeft. Tilburg heeft haar websites in kaart gebracht. Daarover presenteerden collega’s van de gemeente tijdens Gluren bij de Buren op 30 maart 2023 van Community Omnichannel. Ondertussen staan er ruim 250 websites (en apps) van de gemeente Tilburg in het dashboard van DigiToegankelijk…
Met een rondje langs de velden leer ik verder dat de gemeente Alphen aan den Rijn 100 websites heeft, Capelle aan den IJssel heeft er 58, Gouda 32 en Haarlemmermeer 68. Gelukkig zijn veel gemeenten, zoals Alphen aan den Rijn, druk bezig om dit aantal terug te brengen door websites en applicaties meer te centraliseren.
Dus, waar zijn we nu met het aantal gemeentewebsites? Het totaal aantal inwoners van de gemeenten die ik net noemde, is zo’n 670.000. Het aantal websites van deze gemeenten samen is 433. Ik reken het aantal websites van deze gemeenten door voor alle gemeenten van Nederland. Nederland heeft 17,8 miljoen inwoners. Ongeveer 26,5 keer zoveel als 670.000. 433 keer 26,5 is zo’n 11.500.
Dit zijn alleen nog maar de gemeenten die dit publiekelijk durven te zeggen. Want zeker sinds de uitzending van de Avondshow ligt het aantal overheidswebsites erg gevoelig. En juist die overheden met veel websites willen hier niet altijd iets over zeggen. Van meerdere gemeenten weet ik dat ze er een paar 100 hebben.
In het Dashboard DigiToegankelijk staan er ongeveer 9.000 websites van gemeenten tussen de zoekresultaten. Dus het werkelijke aantal zal nog (veel) hoger liggen.
Ik raak zelf de tel kwijt
Als je tot hier gelezen hebt: complimenten! Mijn hoofd begint er inmiddels namelijk van te tollen. En dit zijn alleen nog maar de websites van de Rijksoverheid en gemeenten. En daarin ben ik nog bescheiden geweest in mijn aannames.
We hebben het dan nog niet eens gehad over het aantal websites van uitvoeringsorganisaties van de overheid. Of van organisaties met overheidsbemoeienis. We weten al dat het dashboard van DigiToegankelijk niet alle websites in beeld heeft. Dat is overigens niet gek, want organisaties melden zelf hun websites op het dashboard aan. Het dashboard heeft dus wel een deel van deze sites in het vizier, maar zeker niet allemaal.
Zoveel websites… we weten niet eens echt hoeveel
Dat is het grootste probleem: we weten niet hoeveel websites we hebben. Maar we hebben het over duizenden, nee tienduizenden websites. En als wij bij de overheid zelf geen zicht hebben op het aantal websites én waar al die websites voor zijn, hoe kunnen we dan verwachten van inwoners dat zij wél de weg weten door het websitedoolhof van de overheid?
Hoeveel websites hebben we die overlappen, die niet meer gebruikt worden of die verkeerde informatie geven? We weten het niet. Dat kaartten Arjen en Tex ook aan. Tex demonstreerde hoe we voor 1 onderwerp soms meer dan 10 websites hebben. Inwoners worden van de ene naar de andere website gestuurd, maar belanden vervolgens weer op de website waar ze oorspronkelijk begonnen. Dat moeten we beter doen.
Waarom hebben we zoveel websites?
Het hebben van veel websites is op zichzelf niet het probleem, en veel websites hebben een bestaansrecht. Alleen ontbreekt het overzicht en daarmee vaak ook het gebrek aan grip en kwaliteit. We hebben de neiging om voor ieder project een website op te tuigen, in eigen beheer of in een samenwerking. En dat doen we soms ook met best goede redenen. Maar er blijven te veel websites over als het project al is afgerond. Het lijkt alsof in geen enkel projectplan is opgenomen dat wanneer een project afloopt, de website ook offline gehaald moet worden, of dat er verwezen moet worden naar een andere informatiebron. Wat is het nut van een website over de begroting van 2016 in Utrecht bijvoorbeeld nog? Of de bevolkingsprognose 2017 van Noord-Brabant?
En een website voor ieder project is niet het enige moment dat een nieuwe website de lucht in gaat. We hebben ook zoveel websites omdat veel overheidsorganisaties autonoom zijn. Die willen allemaal hun eigen website. Van de veiligheidsregio tot de grote uitvoeringsorganisaties. Van regionale milieudiensten tot agentschappen en adviesraden. Trouwens, naast ieder nieuw project heeft ook elk nieuw idee, elke nieuwe samenwerking en elke nieuwe campagne een eigen website.
Het is ons instinct om voor elk probleem een nieuwe oplossing te verzinnen, vaak in de vorm van een nieuwe website of app. We organiseren hackathons en andere bijeenkomsten met als doel om nieuwe websites of apps te ontwikkelen. We organiseren nooit zoiets om tot minder websites te komen. Dat is ook veel minder leuk en uitdagend dan iets nieuws bedenken.
Het houdt niet op. En het wordt niet opgeruimd.
Eerlijk is eerlijk, daar maken we ons bij Gebruiker Centraal ook schuldig aan. Wij waren ook keurig te vinden in het lijstje van Tex met een aantal websites, zoals je kunt zien in de schermafbeelding hieronder. Ook wij hebben voor 1 programma 22 websites opgetuigd. We werken eraan om dat aantal drastisch terug te brengen. Het afgelopen jaar hebben we er 10 verwijderd, waaronder de 2 sites op de lijst van Tex. Ook wij hebben nog genoeg te doen.
Wij weten de weg niet. Waarom zou de burger die dan wel weten?
Dit probleem oplossen is niet eenvoudig. De Nederlandse overheid is complex en uitgebreid. Dat er veel websites zijn is niet gek. We hebben het over een enorm gelaagd probleem. Wat ook niet helpt is dat we geen eenduidige definitie hebben van een website. Zijn ‘subsites’ ook websites bijvoorbeeld? En soms bestaat 1 domein uit verschillende websites, vaak omdat er meerdere applicaties zijn die op dat domein publiceren. We hebben dus heldere definities en overzicht nodig. Want als wij het overzicht niet hebben, dan heeft de burger dat zeker niet.
Meer overzicht kunnen we bijvoorbeeld al krijgen door te werken met overheidsdomeinnamen voor websites van de overheid. De domeinnaam maakt voor gebruikers dan meteen duidelijk dat het om een website van de overheid gaat. Die herkenbaarheid draagt ook bij aan de veiligheid voor gebruikers. Er kan minder snel misbruik gemaakt worden van gebruikers met neppe websites. Lees over het belang van duidelijke internetdomeinen.
Deel je verhaal
Ik vond het heel lastig om dit blog te schrijven. Ik probeerde een berekening te krijgen die hout snijdt en een overzicht te maken dat enigszins representatief is. Maar het is niet te doen, ik gok dat we uiteindelijk op enkele 10 duizenden websites uitkomen. En misschien bewijst dit wel mijn punt: het is onoverzichtelijk, we hebben veel te veel websites en dat is niet goed voor de kwaliteit van dienstverlening. Dus ook niet voor de gebruiker.
Hoeveel websites heeft jouw organisatie? Laat het ons alsjeblieft weten via info@gebruikercentraal.nl. Wij willen het doolhof in kaart brengen. Dat geldt ook voor apps trouwens! Daar hebben we het nog niet eens over gehad. En misschien heb jij nog een veel gedetailleerde berekening gemaakt. Kom maar door!