Code Inclusief Digitaal Ont­werpen: ont­werpen mét mensen, vóór mensen

Hoe zorg je dat digitale producten en diensten bruikbaar zijn voor iedereen – ook voor mensen met een beperking, lage taalvaardigheid of minder digitale vaardigheden? En hoe betrek je ervaringsdeskundigen daar op een professionele manier bij? De Code Inclusief Digitaal Ontwerpen (CIDO) biedt daarvoor een praktische en inspirerende routekaart. “Werken volgens de code betekent niet ontwerpen vóór, maar mét de doelgroep,” zegt Claartje Sadée, beleidsmedewerker digitale toegankelijkheid en wonen bij Ieder(in).

Lancering CIDO op het podium van de internationale conferentie van Gebruiker Centraal met Claartje, Aafke en Rik Wouters

CIDO werd in april dit jaar gelanceerd tijdens de conferentie van Gebruiker Centraal (op de foto hiernaast zie je Claartje en Aafke op het podium met ervaringsdeskundige Rik Wouters). Sindsdien gebruiken steeds meer organisaties de code als kompas voor inclusief digitaal ontwerp. De code laat zien hoe je ervaringsdeskundigheid professioneel inzet, hoe je inclusief samenwerken organiseert en hoe je stap voor stap groeit als organisatie.

Gezamenlijke behoefte

“De vraag naar ervaringsdeskundigheid nam enorm toe, maar het gebeurde niet altijd op een goede manier,” vertelt Aafke van Welbergen, adviseur inclusief gebruikersonderzoek en toegankelijkheid, nu werkzaam bij Digitaal Toegankelijk (voorheen bij Accessibility). “We zagen dat er behoefte was aan praktische richtlijnen en tips, zodat mensen er mee aan de slag kunnen. Want hoe doe je dat nu eigenlijk goed, ervaringsdeskundigen betrekken?”

Geen norm, maar een gedragscode

Sandra Visser
Sandra Visser

“CIDO is geen norm, richtlijn of checklist die je afvinkt,” zegt Sandra Visser, portfoliomanager maatschappelijke projecten bij Stichting Accessibility. “Het is een gedragscode. Het gaat over houding en kwaliteit. Over professioneel samenwerken met mensen met ervaringskennis.” Ze benadrukt dat het veel verder gaat dan alleen toegankelijkheidseisen. “Ervaringsdeskundigheid is serieuze kennis. Het is niet de bedoeling dat je zomaar iemand met een beperking even vraagt wat die ervan vindt. Het goed vertalen van ervaringskennis, de hele samenwerking met ervaringsdeskundigen, en de werving ervan is een vak. Dat vraagt om voorbereiding en goede randvoorwaarden. En je moet dus als onderzoeker goed nadenken in welke rol je iemand bevraagt of betrekt.”

“Een norm of richtlijn klinkt dwingend,” vult ze aan. “Maar dit is juist bedoeld om mensen te helpen. CIDO geeft richting en inspiratie.”

Wat is CIDO precies?

Voorkant van de Code Inclusief Digitaal Ontwerpen: Standaard voor het inclusief ontwerpen van digitale producten
en diensten met de inzet van ervaringsdeskundigheid

De Code Inclusief Digitaal Ontwerpen beschrijft hoe je stap voor stap een inclusief ontwerpproces opzet – van ontdekken en probleem definiëren tot ontwikkelen, testen, evalueren, en borgen. De code is praktisch opgebouwd en bevat handvatten, tips en voorbeelden voor inclusief ontwerp, met inzet van ervaringsdeskundigheid in elke fase.

Daarnaast biedt CIDO uitgangspunten en praktische adviezen voor samenwerking met ervaringsdeskundigen, toegankelijke onderzoeksmethoden en communicatie, training en beloning, en het borgen van inclusief ontwerpen binnen je organisatie.

“CIDO is geen standaardrecept voor hoe je het moet doen, maar bevat wel de ingrediënten,” zegt Claartje. “Het helpt organisaties groeien in begrip en bewustwording.”

De Code Inclusief Digitaal Ontwerpen is gratis beschikbaar via de website van Accessibility.

Voor wie is de code bedoeld?

“Eigenlijk voor iedereen die iets te maken heeft met de kwaliteit van digitale dienstverlening,” zegt Sandra. “Van beleidsmakers tot ontwikkelaars, van ervaringsdeskundigen tot managers – iedereen die bijdraagt aan betere dienstverlening.”

Aafke vult aan: “We hebben de code bewust voor een breed publiek geschreven. Een manager hoeft niet te weten hoe je een onderzoekslocatie toegankelijk maakt, maar moet wel snappen waarom dat belangrijk is. En een ervaringsdeskundige kan lezen welke vergoeding redelijk is of welke rol hij of zij mag vragen.”

Claartje: “Ook belangenorganisaties kunnen CIDO gebruiken als ze gevraagd worden mensen te leveren: om te weten wat ze mogen verwachten aan vergoedingen, communicatie en ondersteuning. De code is er net zo goed voor ervaringsdeskundigen als voor de organisaties die hen inzetten.”

De zelfevaluatie: het startpunt

Een belangrijk onderdeel van CIDO is de zelfevaluatie. Dat is een vragenlijst waarmee organisaties kunnen zien waar ze staan en wat hun volgende stap is.

“De zelfevaluatie is echt het startpunt,” legt Aafke uit. “Je kunt als team of organisatie kijken: waar doen we het al goed, waar kunnen we groeien? Je hoeft niet alles in 1 keer perfect te doen. CIDO helpt je die eerste stap te zetten.”

De zelfevaluatie kijkt naar 3 gebieden:

  1. het inclusieve ontwerpproces,
  2. de inzet van ervaringsdeskundigheid,
  3. de borging in de organisatie.

“Soms ontdek je dat je al verder bent dan je dacht,” zegt ze. “En soms helpt het juist om concrete verbeteringen te plannen – zoals een training, een bijeenkomst of een beter vergoedingenbeleid.”

De kracht van samen leren

Tijdens de ontwikkeling werd CIDO getest in pilots met onder andere de Rabobank. “Zij gebruikten vooral de hoofdstukken over onderzoek en testfasen,” vertelt Aafke. “Dat gaf bevestiging dat de code praktisch toepasbaar is. Ze gaven ook terug dat de zelfevaluatie een fijn startpunt is.”

De pilots bevestigden dat CIDO niet iets is wat je ‘even toevoegt’. “Het vraagt meer dan een vinklijstje,” zegt Sandra. “Je moet echt in de organisatie stappen zetten. Maar het levert veel op: betere producten, tevreden gebruikers en een inclusievere samenleving.”

Een plek in beleid en praktijk

CIDO staat niet op zichzelf: het sluit aan bij belangrijke ontwikkelingen binnen de overheid.
Claartje: “Inclusief ontwerpen krijgt steeds meer een plek in beleid. Het belang van samenwerken met ervaringsdeskundigen wordt steeds vaker genoemd. En in een recente brief aan de Tweede Kamer benoemt de Staatssecretaris dat het ministerie van Binnenlandse Zaken bezig is om de toepassingen van CIDO te integreren in het NL Design System (NLDS). Dat is een belangrijke stap: daarmee wordt inclusief ontwerpen onderdeel van het gereedschap dat ontwerpers en ontwikkelaars in de hele overheid gebruiken.”

Op dit moment wordt CIDO getoetst binnen de community van NLDS. “Dat doen we om te kijken hoe CIDO het best kan aansluiten bij het bestaande ontwerpraamwerk van de overheid,” legt Aafke uit. “De community werkt al veel samen met gebruikers. CIDO helpt daarbij door handvatten te geven voor hoe je dat écht inclusief doet, met aandacht voor diversiteit en ervaringsdeskundigheid.”

“Belangrijk om te zeggen: CIDO is géén technische code,” vervolgt ze. “De technische standaarden zitten in het NL Design System. CIDO gaat over gedrag, samenwerking en bewustwording met de eindgebruiker zelf.”

Sandra vult aan: “En via het NL Design System roepen we mensen op om mee te denken: pak die eerste stap, pak het op, pak het uit, ga ermee aan de slag!”

Oproep: geef je feedback op CIDO

De community van het NL Design System nodigt iedereen uit om CIDO te gebruiken bij gebruikersonderzoeken en feedback te geven via gebruikersonderzoeken.nl. Op GitHub kun je suggesties of verbeteringen toevoegen bij specifieke onderdelen van CIDO, of algemene feedback delen. Je hebt daarvoor een gratis GitHub-account nodig, dat kun je eenvoudig aanmaken via github.com/signup.

Dromen over de toekomst

Aan het eind van het gesprek delen Claartje, Aafke en Sandra hun droom voor de toekomst van inclusief ontwerpen.

Claartje: “We richten ons nu vaak op de 80% van de mensen die digitale processen wél kunnen doorlopen. Maar de problemen ontstaan juist bij de groep die ergens op vastloopt, en dat hoeft niet altijd te komen door lage digitale vaardigheden. Het komt vaak doordat producten en diensten ingewikkeld zijn ontworpen. Mensen lopen tegen drempels aan die hadden kunnen worden voorkomen als ze vanaf het begin waren betrokken.”

Ze verduidelijkt: “Die groep – welke reden er ook achter zit – bepaalt of iets echt toegankelijk en bruikbaar is. Als je ontwerpt vanuit de mensen die obstakels ervaren, worden producten en diensten uiteindelijk voor íedereen beter.”

Ze verwijst naar het artikel in de Volkskrant waarin onderzoekers uitleggen dat digitale oplossingen vaak worden bedacht door mensen die technisch vaardig zijn, voor mensen die dat juist níet zijn. “Dat gaat niet alleen over de zorg, maar over alle vormen van dienstverlening. Als je ontwerpt vanuit de mensen die het moeilijk vinden, maak je het beter voor iedereen.”

En ze besluit: “Ga in gesprek met elkaar. CIDO helpt dat gesprek op gang te brengen. En vergeet het hoger onderwijs niet: daar ligt het zaadje van de toekomst.”

“Daar sluit ik me helemaal bij aan,” zegt Aafke. “Het is niet realistisch om te denken dat over 10 jaar alle organisaties volledig inclusief ontwerpen. Maar mijn droom is dat het dan wél vanzelfsprekender is. Dat mensen niet meer glazig kijken als je over inclusief ontwerpen begint.”

“En dat leidinggevenden het niet meer accepteren als het níet inclusief is,” vult Sandra aan.
“Dat het vanzelfsprekend wordt om te checken: is dit echt voor iedereen bruikbaar?”

Meer weten of aan de slag?

Lees de volledige code op www.accessibility.nl/code-inclusief-digitaal-ontwerpen.

Mail voor vragen naar info@accessibility.nl of digitaleinclusie@iederin.nl.