Laaggeletterdheid moet je niet alleen willen aanpakken
Mensen die laaggeletterd zijn, ervaren op alle gebieden van het leven uitdagingen. Voor hen is er daarom een breed cursusaanbod bij de taalhuizen en taalscholen binnen gemeenten. Om zo hun kansen in het leven te verbeteren. Het probleem? Iedereen vindt het bereiken van deze doelgroep belangrijk, maar er is te weinig tijd om er echt werk van te maken. Of toch niet…?
“Vooral in kleine gemeenten heeft een beleidsadviseur soms maar 2 uur per week om bezig te zijn met het bereiken van mensen die laaggeletterd zijn”, vertelt Petra Doelen (foto), die zich in haar werk bezighoudt met sociale innovatie en ervoor zorgen dat basisvaardigheden bij zoveel mogelijk mensen verbeteren. Ze werkt nu bij de gemeente Gouda en Leerwerkloket Midden-Holland. Ook is ze lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Openbare Bibliotheek Katwijk.
Petra bedoelt het bereiken van mensen die laaggeletterd zijn op 2 manieren: we weten dat laaggeletterdheid vaak samengaat met schuldproblemen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit onderzoek van Stichting Lezen en Schrijven.
En andersom: 1 op de 2 mensen met schulden heeft moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Mensen die laaggeletterd zijn, moeten dus hun kennis en vaardigheden in taal en rekenen kunnen vergroten. Daarmee worden ook andere problemen beter aangepakt.
Tijdgebrek?
“Tegelijk moeten gemeenten en andere instanties zorgen dat de eigen dienstverlening en communicatie begrijpelijker worden voor mensen die laaggeletterd zijn. Helaas is daar niet altijd tijd voor. Tijdgebrek is trouwens niet alleen een uitdaging voor kleine gemeenten”, voegt Petra toe. “Ook in grotere gemeenten is de tijd beperkt. En er zijn zoveel andere belangrijke taken.”
Het is lastig om mensen die laaggeletterd zijn te bereiken. Deels omdat deze doelgroep niet snel uit zichzelf hulp zoekt. Daarnaast door tijdgebrek bij instanties. “Maar”, werpt Petra tegen, “wat als we even uitzoomen en kijken naar heel Nederland?”
Nederland bestaat uit 35 arbeidsmarktregio’s. Hierin werken gemeenten en UWV samen om werkgevers en werkzoekenden beter bij elkaar te brengen. Iedere regio bestaat gemiddeld uit 11 gemeenten. En in die gemeenten houden 1 of meerdere beleidsambtenaren zich bezig met het cursusaanbod voor laaggeletterden. “Er zijn in Nederland dus heel veel beleidsadviseurs, taalhuismedewerkers en andere partijen die dezelfde opdracht hebben. Dus ook dezelfde uitdagingen”, gaat Petra verder.
Krachten bundelen
Werk je bij een gemeente en hou je je bezig met het bereiken van mensen die laaggeletterd zijn? Bundel de krachten, adviseert Petra, want dat is veel efficiënter. Ga bijvoorbeeld als gemeenten samen aan de slag met bewustwording van werkgevers of van schuldhulpverleners. En trek daarin samen op als beleidsmedewerker onderwijs en taalhuiscoördinator.
Hoe je laaggeletterde mensen bereikt, hoef je echt niet allemaal zelf te verzinnen. Daarom hier een paar praktische tips van Petra om je op ideeën te brengen.
Tip 1: Organiseer een bijeenkomst
“Organiseer een bijeenkomst en bedenk daar een praktisch, inspirerend thema bij. Zo hebben we in de regio Gouda een bijeenkomst georganiseerd voor schuldhulpverleners en vrijwilligersorganisaties als SchuldHulpMaatje. Ervaringsdeskundigen lazen ter plekke de brieven van schuldhulpverlening en gaven er feedback op. Zo leer je elkaar kennen en dat maakt ook samenwerken op andere gebieden makkelijker.”
Tip 2: Zet schuldhulpverleners in
“Schuldhulpverleners kennen de doelgroep en de organisaties die hen in het vizier hebben. Kijk samen met hen waar de kansen liggen in de regio. Om aan te sluiten bij bestaande initiatieven waarvan de kans groot is dat de doelgroep ermee in aanraking komt. Zo kunnen schuldhulpverleners bijvoorbeeld meedenken over de inzet van de taal- en rekenmeter. Met deze meter kun je laaggeletterdheid sneller herkennen.”
Tip 3: Maak het behapbaar
“Maak het behapbaar en kijk niet alleen naar het grote doel. Spreek met elkaar af: wat is de eerste stap die we kunnen zetten? Bijvoorbeeld: locaties bezoeken waar de doelgroep al komt, zoals een buurthuis, om erachter te komen wat de doelgroep bezighoudt en drijft. Maak dit soort acties concreet en zorg voor een haalbare planning. Laaggeletterde mensen in je gemeente bereiken is een grote uitdaging. En dat vraagt om een lange adem.”