Inclusief beeld: vermijd stereotypes, voorkom vooroordelen en doorbreek rollenpatronen
Inclusief beeld maken gaat verder dan even iemand met een beperking of een persoon met een andere culturele achtergrond op beeld vastleggen. Het is een uitdaging om beeld te maken waarin de ontvanger zich erkend, gezien en gewaardeerd voelt. Deze boodschap deelde Stefan Baas bij Blik op beeld, de bijeenkomst van Netwerk Direct Duidelijk in maart 2025. Kennis die hij ook graag deelt in dit artikel.

Stefan Baas is senior communicatieprofessional bij de gemeente Amsterdam. In het communicatieteam van Amsterdam hebben ze de afgelopen jaren enorm veel kennis en ervaring opgedaan op het gebied van inclusief beeld.
Zijn alle soorten beeld geschikt voor inclusief beeld?
“Het soort beeld kiezen voor inclusief beeld is altijd maatwerk. Je kunt dus niet zeggen dat iedere vorm van beeld automatisch wel of niet geschikt is. Wat je wel ziet is dat fotografie natuurlijk, realistisch beeld is. Fotografie is heel precies en makkelijk voor mensen om te zien, te herkennen en te begrijpen. Maar er is ook het risico dat de kijker zich er juist totaal niet in kan herkennen. ‘Die persoon is jong en ik ben oud’, of ‘Die is zwart en ik ben wit, dus het is vast niet op mij gericht’.
Mijn tip is: als je foto’s inzet, varieer dan in ieder geval altijd. Als je meerdere doelgroepen hebt, zoals een gemeente vaak heeft, ‘verspreid’ de doelgroepen dan over een heel jaar. Dan komen de verschillende doelgroepen en inwonersgroepen die je hebt altijd een keer aan bod en is het een beetje in balans.”
Hoe zit het met illustraties en pictogrammen?
“Met illustraties heb je meer mogelijkheden. Je kunt bijvoorbeeld cultureel wat meer abstract zijn door gewoon de tekenstijl wat ‘algemener’ te maken qua etniciteit, huidskleur en leeftijd. Een bredere doelgroep kan zich erin herkennen. Voor bijvoorbeeld een stappenplan of het uitbeelden van handelingen zijn illustraties echt heel geschikt.
Met pictogrammen zou ik heel voorzichtig zijn. Pictogrammen zijn heel erg gestileerd en abstract, daardoor verval je juist snel in stereotypes. Bijvoorbeeld dat je mensen met een hoofddoek, een keppeltje of een rok gaat afbeelden, om zo aanhangers van bepaalde religies uit te beelden.”

Wat levert het gebruik van inclusief beeld op?
“Vanuit de gemeente Amsterdam willen we allereerst dat iedereen in de gemeente zo goed mogelijk geïnformeerd wordt. Amsterdam is een stad met ruim 180 verschillende nationaliteiten. En met grote verschillen qua opleidingsniveau, leeftijd en andere persoonskenmerken. Wij richten ons tot iedereen.
We willen dat iedereen zich kan herkennen in onze communicatie en dat iedereen zich erdoor aangesproken voelt. We willen dat inwoners van Amsterdam zeggen: ‘Dat is gericht op mij, dat gaat mij aan, het gaat over mij.’
Belangrijk daarbij is dat mensen de boodschap niet naast zich neerleggen. Met andere woorden: je wilt door gebruik van inclusief beeld dat mensen zich erkend, gezien en gewaardeerd voelen door de gemeente.”
Hoe zorg je – naast herkenning – voor erkenning in beeld?
“Erkenning vind ik zelf een van de belangrijkste voorwaarden voor inclusief communiceren. Dat gaat verder dan het beeld zelf. Je moet ook rekening houden met welke dienstverlening je aanbiedt en hoe je organisatiebeleid aansluit bij iemands leefwereld. Hoe je daarover communiceert is een volgende stap.
Bijvoorbeeld: rattenoverlast in Amsterdam, omdat broodresten op straat worden gegooid voor de vogels. Onderzoek toont aan dat dit vaak gebeurt onder inwoners met een islamitische achtergrond.
Je kunt dan tegen inwoners zeggen: gooi je brood in de groene container, met een beeld van zo’n container erbij. Maar vanuit het islamitisch geloof wordt eten weggooien gezien als verspilling en dat is zondig. Onze boodschap over de groene container sluit dus niet aan bij dat perspectief. Binnen de gemeente is toen een pilot gestart met de broodbak. Dit zijn containers die we verspreid door de stad hebben neergezet, met als boodschap dat oud brood wordt omgezet in groene energie. In 2021 is er ruim 160 ton aan brood ingezameld. In 2022 stonden er 60 broodbakken op 42 locaties. De rattenoverlast werd er ook echt meetbaar minder van.

Dat dit werkt, komt omdat we inwoners iets vragen wat aansluit bij hún beleving en referentiekader. Inclusief communiceren gaat verder dan alleen diversiteit tonen op beeld of taalgebruik. Het gaat ook om een stapje extra zetten, en om ontmoetingen. Uit je ivoren toren stappen en naar de mensen toegaan. Anders kun je niet ontdekken hoe je de ander erkent.”
Wat kunnen mensen vandaag al doen om beeld meer inclusief te maken?
“Stel jezelf de vraag: zitten er stereotypes, vooroordelen of rolpatronen in die je kunt vermijden als je beeld maakt? Als ik bijvoorbeeld foto’s laat maken van een kind bij de dokter, dan kan ik een foto van een moeder met een kind maken. Maar waarom een moeder? Doe maar een keer een vader, want dat het altijd moeders zijn is juist de aanname. Ander voorbeeld: een foto van basketballers. Kies je voor een lange zwarte jongen of een klein wit meisje? Het zijn allemaal stereotypes die je kunt doorbreken.
Bij vooroordelen kun je denken aan hangjongeren, waarbij je islamitische jongens in beeld brengt. Ook rolpatronen komen veel voor. Denk aan vrouwen met tassen die worden afgebeeld als winkelend publiek. Of communicatie over armoede, waarbij vaak mensen met een biculturele achtergrond in beeld komen.
Dit zijn dingen waar je nu al kritisch naar kunt kijken. Ik heb ook een handreiking gemaakt voor inclusieve fotografie met dit soort tips van hoe je daarmee omgaat en hoe je dat kunt voorkomen.”
Is er nog iets anders bij inclusief beeld waar je rekening mee moet houden?
“Kijk uit voor zogenaamde ‘single stories’. Daarmee bedoelen we: diverse mensen alleen maar vanuit 1 perspectief in beeld laten komen. Bijvoorbeeld mensen met een LHBTIQA-achtergrond die alleen maar in beeld komen bij de Pride of Coming Out Day. Zwarte mensen die alleen in beeld komen bij slavernijherdenking. Of mensen in een rolstoel die alleen in beeld komen als het gaat om hulpbehoevendheid.
Mensen die in beeld worden gebracht in zo’n single story doen ook gewoon alle andere dagelijkse dingen. Ze sporten, vragen een subsidie aan, gaan naar het stadsloket, doen boodschappen, maken gebruik van het openbaar vervoer en bedenk het maar. Laat ze dus ook in die alledaagse situaties zien, want dat gebeurt te weinig.
Een andere valkuil is het gebruik van ‘alomvattende beelden’. Dat zijn bijvoorbeeld foto’s met alles erop: iemand die jong is, iemand die oud is, iemand met een Nederlandse achtergrond, iemand met een biculturele achtergrond, iemand in een rolstoel. Dan denk je misschien: ‘Wow, ik heb alle doelgroepen in 1 beeld, prachtig!’ Maar daar prikken mensen echt doorheen.
Vermijd dit soort geforceerde beelden. ‘Verspreid’ je doelgroepen, laat ze bijvoorbeeld in een periode van een jaar allemaal apart in beeld komen. Niet alles hoeft in 1 beeld.”