Masterclass: ‘Advanced Web Analytics door middel van een Tag Manager’ (deel 2)

Thijs van der Wal (projectmanager Piwik en A/B Testing bij RVO) en Kenneth Reijers (consultant Analytics and Cognitive bij Deloitte) vertelden in deel 1 van de masterclass wat een Tag Manager is, wat je ermee kunt en hoe je webanalyse en een Tag Manager (Piwik) kunt inzetten in jouw organisatie. Tijdens de 2e sessie gingen ze dieper in op de techniek van Web Analytics en een Tag Manager. En op de inzet van een Tag Manager bij A/B-testen. Ze gebruikten hiervoor de praktijkvoorbeelden vanuit RVO om de meerwaarde van dergelijke metingen toe te lichten. Bekijk het webinar op deze pagina.

Je vindt op deze pagina ook de vragen en antwoorden uit de chat. En de links die in het webinar en in de chat werden gedeeld en de presentaties.

Het advies aan iedereen die aan de slag wil met Advanced Web Analytics en een Tag Manager is: werk vooral samen met organisaties die hier mee bezig zijn, zoals RVO (via Thijs van der Wal), DPC (via Martijn van Warmoeskerken) en Rijkswaterstaat. Ook via de website van Piwik Pro kun je hulp vragen.

Presentatie

Handige links

Deze links deelden wij en kijkers in de chat:

Vragen en antwoorden uit de chat

Thijs en Kenneth beantwoorden vragen, met in beeld een Lego Minion en andere lego poppetjes die onderdelen van de Tag Manager moeten voorstellen

Veel kijkersvragen zijn door de Thijs en Kenneth in de masterclass beantwoord, maar in de chat werden ook veel vragen van kijkers door de collega’s van Thijs bij RVO en andere kijkers beantwoord. Die hebben we voor je op een rijtje gezet.

Is kennis van Javascript nodig? Of andere programmeertalen?

In essentie wel. Het zorgt er voor dat je weet wat je aan het doen bent en het geeft je een enorme hoeveelheid aan extra mogelijkheden aan wat je kunt testen. Zonder javascript ben je bijzonder beperkt in wat je kan meten. De benodigde kennis hangt dus heel erg af van wat je wilt bereiken. Kennis van HTML is wel belangrijk.

Ik wil graag op een laagdrempelige manier met FTG aan de slag. Hoe kan ik dat doen?

Meer uitleg over het FTG-model is te vinden in de blogs van Toon via de website van Piwik.

Bestaan er standaard implementaties binnen Piwik rondom events? Of kiezen jullie bewust voor deze variant, en zo ja, waarom?

Die bestaan zeker. Er is ook een basistag waarmee events kunnen worden ingevuld. Alleen daarbij ben je wel erg beperkt in wat je kunt meegeven.

Hoe monitoren jullie deze events/tags over tijd? Bouwen jullie daar een dashboard voor binnen Piwik of exporteren jullie dit continue naar een tool als Power BI?

Custom metingen doen we altijd op basis van meetplan. Maar ook veel basismetingen zijn standaard ingericht: video, user feedback knoppen, scrolldiepte etc.

Custom events zijn er een aantal standaard van maar vaker op basis van een specifiek meetplan. Voor een bepaalde website/portaal.

Wij bouwen daar dashboards voor binnen Piwik en sturen de data door naar een data centrum. Hier zit nog een extra filter/controle tussen om er zeker van te zijn dat er geen privacy gevoelige data meekomt.

Met Tagbird kun je zien welke metingen er allemaal plaatsvinden. Dit om je data zo snel mogelijk inzichtelijk te maken.

Voorbeelden:

  • Een element dat altijd op de zelfde manier relatief staat tot een ander element maar niet altijd de zelfde class names heeft.
  • Of de tijd van een filmpjes speler maar dan in % van de totale tijd van het filmpje
  • Page views zijn ook een goed voorbeeld van een standaard implementatie van een event binnen piwik (een page view is ook een event maar hoeft niet als custom event in te worden geschoten)

Je kunt een custom-event ook op een makkelijkere manier maken, maar er zijn redenen om het ook weer niet te doen. Met HTML-tags kun je ze ook in de Tag Manager zetten.

Video tracken: Kun je die meting niet halen uit de videoplayer?

De meeste players hebben inderdaad eigen statistieken, maar je wilt graag alle informatie zoveel mogelijk in 1 systeem hebben, zodat je deze kunt combineren.

Het hangt er ook vanaf wat de videospeler doet met responsive design en hoe universeel gelijk de videospelers op een website zijn ten opzichte van elkaar.

RVO heeft een tijdje de standaard meetcode gehad op de videospelers van onze www.rvo.nl en zijn er achter gekomen dat deze code niet altijd volstaat. Omdat er pagina’s zijn waarbij de zoekbalk nog niet bestaat voordat de video is gestart.

Jörgen RWS: bij de meeste interne videos mogen we content niet op Youtube zetten. Bij RWS gebruiken we wel een html video player (VideoJS).

Zetten jullie op elke knop op de website een event-meting? Of pas als er een verbeter vraag ligt?

Dat hangt van de knop af en wat er gemeten moet worden. Als we alleen clicks op knoppen willen meten en daarbij de URL en de text in de knop nodig hebben, dan kunnen we met 1 tag klaar zijn.

Als we echter knoppen in tabellen en knoppen buiten tabellen hebben en de knop binnen de tabellen moet ook data uit de tabellen meegeven dan maken wij er een extra tag aan. Dit zou technisch in de zelfde tag kunnen, maar voor het overzicht en omdat een website kan wijzigen, maken we dus een extra tag aan.

Deze twee houden liever apart zodat er bij een meetfout minder code gewijzigd en getest hoeft te worden.

Wie voegt de code toe? De webanalist of de redacteur? Hoe ondervang je organisatorisch dat bij nieuwe pagina’s direct tags worden toegevoegd?

De code van de videospeler word toegevoegd door de redacteur. De meetcode word toegevoegd door de technisch webanalist.

Wij maken de tags op een acceptatie omgeving. Daar testen wij deze ook. Op het moment dat een tag werkt, rollen wij deze uit naar de productie omgeving in overleg met het portaal (de beheerders van de website).

Eén van de voordelen van een Tag manager is dat er op dat moment van hen uit geen actie is vereist. Enkel een akkoord, zodat wij niet een productie uitrol aan hun kant in de weg zitten.

Lezen jullie de inhoud van de foutmelding uit met een variabele of voeren jullie dit ‘handmatig’ (hard coded) in?

Wij lezen elementen uit op basis van classnames. Op onze websites krijgen elementen met een foutmelding er in standaard class namen. De inhoud van het element lezen wij uit door de textinhoud van deze melding mee te geven als waarde.

Handige extra: In verband met informatiebeveiliging is het in dit geval handig om telefoonnummers en mailadressen uit deze text weg te halen.

Heeft dat te maken met velden waarin deze gegevens worden ingevoerd die overeenkomen qua class name?

Bij metingen is het altijd belangrijk om de Algemene Verordening Gedrag (AVG) en de afdeling specifieke regels in gedachten te hebben. Metingen mogen niet terug te herleiden zijn naar de persoon waarover de meting gaat.

Dit haakt tevens in op een onderwerp uit de eerste webinar: dat we metingen anonimiseren door de laatste digits uit het IP adres uit de meting weg te houden

Thijs merkt op: Ja dat klopt. De foutmelding zelf bevat in dit geval een unieke class die elke keer hetzelfde is en in een variabele kan worden opgeslagen.Welk

CMS gebruikt RVO ?

Binnen het RVO verschilt dat per portaal. De WWW gebruikt Drupal. Blueriq is een goed voorbeeld van een CMS die op andere portalen binnen het RVO wordt gebruikt.

Zou dit ook werken bij Hippo/Bloomreach voor Rijksportaal als SPA?

Er is een standaard meetmethode voor SPA’s binnen Piwik. Deze is op basis van History Fragments (hashtags in de URL). Als er geen hashtags worden gebruikt moet je een alternatieve methode bouwen. Kennis van javascript is hiervoor belangrijk.

De beste methode zou zijn om:

  1. een tag te bouwen die afvuurt op een page view en die javascript event listeners plaatst, die uitlezen wanneer een nieuwe page view moet worden uitgelezen.
  2. Vervolgens zorg je dat bij een nieuwe pagina een waarde in de dataLayer wordt ingeschoten.
  3. Als je een dergelijke tag in elkaar hebt gezet kun je vrij simpel page views laten afvuren op basis van een dataLayer trigger.

Naast HTML en Javascript, is het bij het bouwen van een dergelijke event listener tag het ook erg handig om kennis van XML te hebben.

Voor a/b-testen: gaat het toewijzen van de versies snel genoeg dat je geen last hebt van flickering?

Bij split URL tests krijg je geen flickering omdat je direct wordt gedirect naar een andere pagina met andere content. Met een Split content test zal er altijd flickering zijn omdat de content op de pagina wordt aangepast nadat de pagina is geladen.

De mate van flickering verschilt op basis van:

  • Welke content wordt aangepast.
  • Hoe snel de verbinding is.
  • Of het element direct in beeld staat of onderaan een pagina.

Dus het hangt af van hoe je de test insteekt of dit een probleem zou kunnen zijn?

Dat klopt. Split URL tests vuren af voordat een pagina wordt geladen omdat deze geen elementen hoeft uit te lezen (om aan te passen). Split content tests moeten een element in te kunnen lezen zodat deze aangepast kan worden. Daar kan een stukje vertraging uit ontstaan.

Aanvullend: Technisch zou het mogelijk moeten zijn om de HTML aan te passen voordat de pagina is getoond, dit zou flickering kunnen verminderen.

Twee complicaties:

  1. Dit is een tijdrovende klus om voor elkaar te krijgen
  2. Dit gaat niet werken als de pagina wordt ingeladen. Met bijvoorbeeld een stuk javascript code. Iets wat tegenwoordig steeds vaker gebeurt omdat een pagina op die manier persoonlijke kan worden gemaakt.

Wel handig om te weten: Voor een split URL test heb je een alternatieve URL en pagina van de webpagina nodig. Dit is een taak die meer in de scope zit van het portaal. Mede omdat daar de kennis en de middelen zit om een kopie van een pagina te maken, en vooral te hosten.

Dus RVO gebruikt geen Audience manager?

Nee idd, dat doen we niet. Niet die van Piwik in ieder geval. We doen wel een pilot met een DMP (Data Management Platform).

Is een Audience Manager nodig voor A/B-testen?

Dat hangt er vanaf wat je wil doen. Maar in principe heb je het niet nodig. Het is alleen nodig als je gaat personaliseren. Het is niet nodig voor A/B-testen met de Tag Manager.

Help ons te verbeteren

Wat vond je van het webinar? Je helpt ons de volgende webinars te verbeteren door deze 2 vragen te beantwoorden.

Hoort bij het thema