Masterclass Design Thinking deel 6: testen

We zitten nu in de laatste fase van deze cyclus: testen. Een vroege bruikbaarheidstest met 5 tot 8 mensen kan tot 80 procent van de problemen en inzichten aan het licht brengen. We kunnen verschillende zaken testen: aantrekkelijkheid, haalbaarheid of doelmatigheid – elk aspect vereist een ander prototype, dus vraag jezelf vanaf het begin af: wat is het dat we hier willen uitzoeken?

Een van de manieren om een voorlopig prototype te testen is door iemand (idealiter meerdere mensen) te vragen om met jouw prototype te werken en daarbij hardop te denken: de Think aloud test. Zo vertellen ze jou wat ze zien, wat ze ermee doen en wat ze ervan vinden.

Zoek in totaal vijf tot acht onbevooroordeelde gebruikers en laat ze jouw prototype testen terwijl je gebruik maakt van het onderstaande ‘think aloud’-template. Je vraagt de gebruikers om met jouw prototype te werken terwijl ze hardop beschrijven wat ze zien, wat ze ermee doen en wat ze ervan vinden. Maak uitgebreid aantekeningen en schrijf op hoe je jouw prototype verder kan ontwikkelen op basis van de feedback die je hebt gekregen.

Waarom is dit zinvol?

Directe feedback helpt om snel aanpassingen door te voeren, nieuwe opties te bedenken en ook om uitgangspunten en veronderstellingen te bevestigen of juist te weerleggen. Daarnaast zal de feedback jou in een later stadium veel tijd (en geld) besparen.

Wat zijn de belangrijkste ingrediënten?

Prototyping of conceptposter en de ‘Hoe zouden we’-stellingen. Onthoud wat het doel van jouw tests is en bepaal welke elementen voor jou van het grootste belang zijn.

Checklist

  1. Stel vast wat je precies wilt testen en bepaal de belangrijkste taken die jouw gebruiker moet uitvoeren.
  2. Selecteer potentiële gebruikers en nodig ze uit. Zorg hier voor een diverse groep van mensen met verschillende leeftijden en vertrouwdheid met het onderwerp.
  3. Leg het doel en de taken aan iedere geïnterviewde uit (het liefst één voor één). Vraag hen wat ze zien, wat ze doen en wat ze ervan vinden.
  4. Onthoud dat je het product test, niet de gebruiker.
  5. Observeer aandachtig, luister stilzwijgend en maak aantekeningen terwijl jouw gebruiker zijn/haar taken uitvoert en ervaringen beschrijft.
  6. Vraag iedere geïnterviewde of ze nog algemene opmerkingen/feedback over jouw prototype hebben.

Je hoort mensen vaak praten over ‘gebruikerstesten’ – een term die misleidend is, want we testen hier zeker niet onze gebruikers, maar ons product. Een gebruiker kan geen ‘fouten’ maken, maar wel gedrag vertonen dat niet werd verwacht of niet aansluit op het prototype. Zoiets kan een goede aanwijzing zijn dat jouw product/dienstverlening niet eenvoudig of begrijpelijk genoeg is in het gebruik. Daarom is het tijdens het testproces belangrijk om niet aan de verleiding toe te geven jouw gebruiker te ‘helpen’ of te leiden. Ook moet je proberen vóór het einde van de test vermijden om directe vragen te beantwoorden.

Hoort bij het thema