Politici over de e-Over­heid ná 2017

Voor het debat over de eOverheid ná de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 geven een aantal politici hun mening:

ICT is geen op zichzelf staand doel

Ingrid de Caluwé

Ingrid de Caluwé, Tweede Kamerlid VVD

Het was een mooi streven uit het huidige regeerakkoord: in 2017 moeten we allemaal onze zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen. Vervolgens werd deze ambitie onder meer omgezet in een ICT project: eID (elektronische identificatie). Veiligheid en gebruikersgemak stonden hoog in het vaandel, maar al snel werd het een onoverzichtelijk bord spaghetti, waarbij allerlei verschillende deelprojecten op ingewikkelde wijze met elkaar werden verknoopt. Met als gevolg dat het op langere termijn moeilijker wordt het project te beheersen en eventuele nieuwe functionaliteiten eenvoudig toe te voegen. En dat is nou precies wat bedrijven en inwoners van Nederland willen: dat ook de e-overheid snel inspeelt op nieuwe situaties. De Tweede Kamer gaf brede steun aan een VVD-motie die de minister opdroeg terug te gaan naar één systeem met één set randvoorwaarden. Maar daarmee zijn we er nog niet. Het is nog onduidelijk of 2017 wordt gehaald en de uitrol van het nieuwe inlogmiddel van de overheid gaat tien! jaar duren. De focus ligt te veel op het managen van het project en de techniek, en pas veel later op de noodzaak om bedrijven en burgers op korte termijn te faciliteren. Dat moet anders, en wel snel.

Sociaal Digitaal

Astrid Oosenbrug

Astrid Oosenbrug, Tweede Kamerlid voor de PvdA

De digitale revolutie is op dit moment in volle gang en dit heeft een enorme impact op ons leven. Het online- en offline-leven van mensen raakt steeds meer verweven. Inmiddels is bijna iedereen gewend aan het gebruik van digitale apparaten zoals smartphones en tablets. Nederland presteert heel goed op het gebied van ICT en digitalisering. Zo is de digitale infrastructuur, naast Schiphol en de Rotterdamse haven, de derde mainport van Nederland en  staat de digitale infrastructuur van Nederland bekend als één van de beste ter wereld.

De PvdA ziet ICT als uitgelezen middel om overheidsdienstverlening nog verder te optimaliseren en toegankelijk te maken voor iedereen. De PvdA vaart op dit gebied een inclusieve koers: iedereen moet mee kunnen doen en de vruchten kunnen plukken van de digitale revolutie. De PvdA houdt scherp in de gaten of er bij deze verdergaande digitalisering van overheidsdienstverlening voldoende aandacht is voor de impact van ICT op bijvoorbeeld privacy en identiteit van de burger. Digitale burgers produceren veel data, deze burgers hebben recht op informatie en kennis over wat er met hun data gebeurt en wie deze data mag inzien. Ook het gebruiksgemak van de digitale dienstverlening en de beschikbaarheid van alternatieve kanalen van dienstverlening voor minder digitaal vaardige burgers zijn voor de PvdA belangrijke aandachtspunten.

Nog een wereld te winnen

Fatma Koşer Kaya

Fatma Koşer Kaya, Tweede Kamerlid D66

Nederland doet het goed als het om het online regelen van praktische zaken gaat. Iedereen die wel eens in landen als Frankrijk, Italië of Spanje een vergunning heeft moeten aanvragen, weet dat. Ook in internationale lijstjes komt die goede uitgangspositie terug. In de Global Innovation Index staat Nederland op nummer acht wat betreft digitale overheidsdiensten.

Maar er is nog een hoop te winnen. Nu moet je als Nederlander naar belastingdienst.nl om je belasting te doen, naar duo.nl voor je studiefinanciering, naar Groningen.nl om een paspoort aan te vragen, naar politie.nl om aangifte te doen en naar kvk.nl om een bedrijf te starten. Dat kan makkelijker. En overzichtelijker: namelijk op één website of app om het gemak van de gebruiker te vergroten.

Dat is de opdracht waar de overheid wat mij betreft de komende jaren voor staat. Een goed voorbeeld is Estland. Mensen en bedrijven kunnen daar via één website al hun overheidszaken regelen en alle door de overheid verzamelde informatie inzien, wijzigen of deleten. Dat maakt het makkelijker en overzichtelijker. Bovendien scheelt het veel tijd en gedoe om fouten zelf te kunnen aanpassen. Dankzij die efficiency kunnen medewerkers bij de overheid burgers die níet handig zijn met een computer, persoonlijk helpen. Uiteraard staat privacy bij ons voorop. Bij het ontwerp van nieuwe online overheidsdiensten moet, om de persoonsgegevens van mensen te beschermen, altijd worden uitgegaan van privacy en security by design.

Linda Voortman

Linda Voortman, Tweede Kamerlid GroenLinks

De mogelijkheden voor een digitale overheid zijn nagenoeg grenzeloos. Digitaal documenten ondertekenen, je basisregistratie en zorgdossiers inzien én corrigeren, zelfs digitaal stemmen – in een land als Estland gebeurt het al. Het is logisch om de vraag te stellen waarom Nederland nog veel minder ver is met de digitalisering van overheidsdiensten.

In de Tweede Kamer trappen we nog wel eens op de rem bij digitalisering. Niet alleen omdat sommige groepen, zoals bijvoorbeeld ouderen, in veel gevallen nog niet klaar zijn voor het doen van alle zaken via internet, maar ook omdat de privacy goed gewaarborgd moet zijn. Het gaat hier om de meest gevoelige gegevens die over ons als mensen bestaan: waar en met wie we wonen, hoe we stemmen bij verkiezingen, naar welke dokters we gaan en van welke kwaaltjes we last hebben. Gegevens waar anderen niks mee te maken hebben.

Net als bij het verwerken van persoonsgegevens op papier, is er bij het verwerken van digitale gegevens geen absolute garantie te geven dat er nooit iets mis zal gaan. Daarom moeten we de impact op privacy bij elke stap naar digitalisering checken en dubbel-checken. Pas wanneer de privacy geborgd is, kan Nederland de volgende fase van digitalisering in. Wat GroenLinks betreft werken we dus aan vooruitgang van privacy én digitalisering, tegelijkertijd.

Burger écht centraal dankzij liquid democracy

Ancilla van de Leest

Ancilla van de Leest, lijsttrekker Piratenpartij

Bij e-overheid denken de meeste mensen direct aan digitaal aangifte doen of aan de website van MijnOverheid waarmee je makkelijk digitaal kunt communiceren. Deze extra mogelijkheid is natuurlijk toe te juichen, maar wij vinden dat het ook altijd mogelijk moet zijn offline te communiceren met de overheid.

Wij zien e-overheid breder. Bijvoorbeeld door beteer gebruik te maken van een internet consultatieronde. Eigenlijk zie je tijdens deze consultatierondes steeds hetzelfde probleem. Er wordt achteraf gevraagd naar een mening van de burger en daarna wordt deze grotendeels genegeerd. Daar ligt wat ons betreft ook een probleem.

De e-overheid zal een boost krijgen wanneer de gebruiker ervaart dat gebruik maken van dit systeem ook daadwerkelijk nuttig is. Dit doe je door de burger écht centraal te zetten. Vraag niet alleen achteraf om een mening, maar betrek hen ook vooraf in de besluitvorming om zodoende knelpunten aan te pakken. Zeker op lokaal niveau is dit eenvoudig realiseerbaar.

Hiervoor heeft de Piratenpartij E-Democracy in haar verkiezingsprogramma opgenomen en zet zich in voor de zogenaamde ‘liquid democracy’. Daarmee kan er transparant tot consensus worden gekomen. Door gebruik van persoonsprofielen kunnen burgers hun mening binnen een dialoog kenbaar maken. Wij willen óók in de besluitvorming de burger centraal stellen, juist dankzij een digitale overheid.