Verdeel je tekst in duidelijke alinea’s met witregels ertussen. Begin een nieuwe alinea bij elk nieuw (deel)onderwerp. Zorg er dus voor dat elke alinea één (deel)onderwerp uitwerkt.
Maak alinea’s niet langer dan maximaal zes regels. Maak ze bij voorkeur niet korter dan twee regels.
Gebruik bij drie alinea’s of meer tussenkopjes. Maak de tussenkopjes zo concreet mogelijk. Kies bijvoorbeeld voor vragen die de lezer zou kunnen stellen.
Geachte …,
Graag nodig ik u uit voor de naturalisatieceremonie van de gemeente Oss. De gemeente organiseert deze ceremonie op donderdag 15 maart 2018 om 16.00 uur in de evenementenhal van het gemeentehuis.
Wat is de naturalisatieceremonie?
De naturalisatieceremonie is …
Wat als u niet kunt komen?
Kunt u op 15 maart niet …
Hebt u nog vragen?
Hebt u nog vragen? Dan kunt u …Met vriendelijke groet,
…
Gebruik een opsomming om informatie overzichtelijk te laten zien. Zet de delen van de opsomming onder elkaar en zet er opsommingstekens voor (streepjes, bolletjes, cijfers). Gebruik alleen een tabel of een grafiek als die de tekst duidelijker maakt voor je lezer.
Markeer belangrijke kernwoorden of woordgroepen eventueel door ze vet te maken, maar overdrijf niet. Als je te veel markeringen gebruikt, verliezen ze hun functie.
