‘Je moet niet een dialoog voeren, maar in dialoog blijven’
Geschreven door Esmeralde Marsman
Maandagmiddag 20 maart. Aafke Fraaije en Eoin komen bij mij (Esmeralde) thuis op de thee. We gaan in gesprek over het onderzoek dat Aafke heeft uitgevoerd en waarop ze recentelijk is gepromoveerd aan de Vrije Universiteit van Amsterdam: Can (sm)art save the city?
Wat heeft zij ontdekt tijdens haar onderzoek en wat kunnen we daarvan leren? Eoin heeft het gesprek en de belangrijkste leerpunten uit het onderzoek heel mooi voor ons vastgelegd hieronder. Daarnaast blik ik ook nog terug op het gesprek. Wat is mij bijgebleven en wat neem ik mee naar mijn werk in Rotterdam?
Aanleiding van het onderzoek
Aafkes onderzoek ontstond vanuit de wens van de gemeente Amsterdam om technologie goed aan te laten sluiten op ontwikkelingen in de stad. De focus lag daarbij op technologie om de veiligheid in de stad te waarborgen. Dit leidt namelijk tot meetinstrumenten die het individu kunnen schaden vanwege de beelden of geluiden die van passanten worden vastgelegd.
Specifiek speelde bij de gemeente de vraag hoe je bij grote evenementen de buurt kunt ontlasten door hekken en beveiligers te vervangen door slimme technologieën. Wanneer worden mensen blij van technologische oplossingen en hoe neem je ze daarin mee?
Anders denken
Het interessante is dat we het proces wat Aafke betreft vaak te snel afdoen door te zeggen dat je geen open dialoog meer kunt voeren met burgers als het project al loopt. “Maar smart city-projecten hebben vaak helemaal geen duidelijk begin of eind. Projecten bouwen voort op ideeën en andere projecten. De smart city is dus eigenlijk een grote stroom van ontwikkelingen, zonder duidelijk begin of eind. Dus het is vaak ook niet duidelijk aan te geven wat de juiste volgorde zou moeten zijn. De opgave is dan hoe je als onderdeel van dit proces toch nog een open dialoog kan vormgeven tussen burgers, beleidsmakers, ontwerpers en technologieontwikkelaars.”
Bij Aafke en haar team lag de vraag om die open dialoog over de slimme stad op gang te krijgen. Maar hoe bereik je de ‘juiste’ mensen? “Het gesprek over smart cities gaat vaak over de hoofden van mensen heen. We moesten echt een andere manier vinden om het gesprek met burgers te voeren. We wilden kijken hoe we het gesprek konden organiseren met de mensen die geconfronteerd worden met technologie, maar helemaal niet van zich (kunnen) laten horen in het debat. Dus hoe bereiken we die? We moeten dan naar hen toe.”
Op creatieve wijze de connectie met de buurt
In diverse buurten in Amsterdam werd het gesprek gestimuleerd met straattheater. “Op plekken waar veel verschillende Amsterdammers bij elkaar leven probeerden we met straattheater het gesprek te openen. Met theater kunnen mensen hun eigen verhaal kwijt. Het leuke van werken met acteurs is dat die ook de menselijke kant heel erg benadrukken.
We hebben met het theater het digitale analoog gemaakt. Dus we hebben letterlijk digitalisering uitgebeeld. Dat een acteur meeliep met een Amsterdammer: ‘Mag ik u misschien volgen?’ Om vervolgens ook mee te kijken op de telefoon of zelfs te vragen of ie mee de supermarkt in mag lopen om te zien welke boodschappen een Amsterdammer kocht.”
Het uitbeelden van wat er feitelijk met digitale technologieën gebeurt, leidde tot een dialoog waarbij burgers werden uitgedaagd om nieuwe inzichten op te doen. Door vragen te stellen als: ‘Waar ging dit voor jou over? Waar moest je nog meer aan denken?’, konden Aafke en haar team onderzoeken hoe het thema bij burgers leefde in alle rijkheid en diversiteit.
“Tuurlijk, voorzichtigheid was geboden. Te opdringerig of indringend en je jaagt mensen in het harnas. Maar de gesprekken met mensen leidden tot hele interessante inzichten. Slimme technologieën voor de stad gaan voor mensen over veel meer dan alleen de technologie. Mensen maken de associatie met andere onderwerpen in digitalisering. Denk aan onderwerpen als privacyschending, dataveiligheid en de vraag: ‘Wat gebeurt er met mijn gegevens?’ Maar ook perspectieven als: ‘Eigenlijk is het toch raar, privacy in een openbare ruimte?’
Nieuwe perspectieven
En die verschillende perspectieven mogen naast elkaar bestaan. Sterker nog, dat is júist wat er met het onderzoek werd beoogd. Zo ook met een spel in buurthuizen en een gesprekssessie in het NEMO museum. “In NEMO ontmoetten bewoners en techneuten van de slimme stad elkaar. Ze hadden dan beiden iemand voor zich die ze normaal nooit spreken. Vooral voor techneuten was dit interessant. Het was een stap uit hun comfortzone. Dat is wat een interactief theater met je doet. Duidelijk werd dat er ruimte nodig is voor techneuten om mensen te betrekken bij hun projecten.”
Het maakt Aafke trots dat ze in staat is geweest om mensen te bereiken waar dat tot dusver moeilijk is gebleken. “Ik ben heel trots dat we het gesprek tussen deze mensen op gang hebben gekregen en neem de perspectieven ook mee. Je leert nadenken over hoe alles onderdeel is van het grotere geheel. De reacties van alle mensen die we bij elkaar hebben gebracht spreken ook boekdelen. Hopelijk helpt dit hen om meer met elkaar na te denken over slimme oplossingen.”
4 tips aan dienstverleners
Het onderzoek van Aafke heeft geleid tot belangrijke adviezen aan dienstverleners. Adviezen die verder gaan dan projecten voor de slimme stad.
- Zet het belang van de bewoner centraal. We hebben een nieuw en gezamenlijk narratief nodig over de slimme stad. Experimenteer met verschillende verhalen.
- Houd projecten flexibel. Heb niet 1 keer een dialoog met de burgers, maar houd ruimte om tijdens projecten ook op andere momenten weer het gesprek te voeren. Situaties kunnen tijdens een project veranderen, en dat geldt ook voor de belangen van burgers. Je moet daarom niet een dialoog voeren, maar in dialoog blijven.
- Zoek de ruimte in wet- en regelgeving om gesprekken te laten plaatsvinden. Veel slimme- stad-projecten werken top-down, vanuit subsidies en regelgeving gestuurd. De creatieve aanpak vraagt een meer bottom-up-aanpak. Experimenteer daarmee.
- Houd rekening met de materiële context. Kijk niet alleen naar wat mensen zeggen en doen, maar ook in welke omgeving ze elkaar kunnen ontmoeten, digitaal en fysiek. In welke omgeving kan de dialoog plaatsvinden?
De belangrijkste boodschap: “De toekomst van de stad wordt beter, mooier en breder gedragen, als technologieontwikkelaars regelmatig in gesprek gaan met de mensen die met hun technologieën moeten leven. Je moet er wel zelf iets voor doen om te zorgen dat er gesprekken ontstaan.”
Wil je meer weten over het onderzoek van Aafke? Hier vind je haar onderzoek, en hier haar verdediging.
Wat neem ik mee naar Rotterdam?
Wat was dit een mooi en leerzaam gesprek! En de adviezen inspireren ook. Na afloop bedacht ik me dat ik zomaar een antwoord had gekregen op een behoefte die een Rotterdammer laatst naar mij uitte: “Jezelf veilig voelen in het verkeer of in de stad is voelbaar en daar kan ook iedereen zich iets bij voorstellen. Het is zo jammer dat je privacy niet meer voelbaar kunt maken.” Nu denk ik niet dat je continu, zoals in Aafkes onderzoek, acteurs achter bewoners aan moet laten lopen. Dat wordt toch wat ongemakkelijk kan ik me voorstellen ;). Maar alleen al het beeld dat ik nu heb bij het verhaal van Aafke maakt dat privacy écht gaat leven, en ik het ook meer voel.
Twee concrete acties zie ik sowieso al voor me. In een eerdere blog heb ik een oproep gedaan voor meer voorbeelden van reflectie. Dit gesprek was dus een cadeautje. Acteurs zijn natuurlijk meesters in het spiegelen en het oproepen van vragen die ons aan het denken zetten. Hier kunnen we ons veel vaker door laten inspireren en uitdagen. Vooral als het gaat om dilemma’s en andere grotere vraagstukken in ons werk. Ik ga op zoek naar plekken waar we dit vaker kunnen inzetten!
En dan het narratief van de slimme stad. Maken we daar wel voldoende tijd voor vrij? Nu spreken we vaak in abstracte termen over de slimme stad, en komen we vaak met dezelfde, voor de hand liggende voorbeelden waarom we doen wat we doen. Hoe maken we het verhaal van de slimme stad concreter en persoonlijker? Zijn het dan niet eigenlijk heel veel verhalen? Hoe doen we dit samen met bewoners? Hier leven nog veel vragen bij mij. Hebben jullie voorbeelden van het maken van nieuwe narratieven samen met bewoners?