‘Ik laat mij als raadslid niet beperken door mijn beperking’
25 jaar jong zijn en te horen krijgen dat er ‘iets’ met je ogen is. Een beperking waardoor je zicht geheel kan wegvallen. Het overkwam gemeenteraadslid Kim Denie. 1 ding is duidelijk: Kim laat zich niet beperken door haar beperking. Ze vertelt hoe ze als raadslid omgaat met het tijdelijke verlies van haar zicht. En hoe zich inzet voor de inwoners van haar gemeente.
Kim komt uit een gezin waarbij het niet vanzelfsprekend is om te studeren, of om überhaupt naar school te gaan. Op 14-jarige leeftijd verliest ze haar vader, voor wie ze een brief schreef voordat hij overleed. “Mijn vader was laaggeletterd en heeft dit altijd verborgen gehouden. Ik kwam er pas achter nadat mijn vader er niet meer was. De brief die ik voor hem schreef, heeft hij nooit zelf kunnen lezen. Hierdoor besefte ik dat niet iedereen gelijke kansen heeft, of de gelegenheid heeft om kansen te benutten. Maar ook de schaamte die hierbij komt kijken.”
Debatteren met aanpassingen
Kim is inmiddels 25 jaar, studeert politicologie en is daarnaast actief als gemeenteraadslid voor de PvdA in Haarlemmermeer. Kim kwam erachter dat ze een progressieve oogheelkundige aandoening aan haar ogen heeft. Ze ondergaat nu een intensieve en langdurige behandeling om de kans te verkleinen dat haar zicht hierdoor in de toekomst aangetast wordt. De keerzijde van deze behandeling? Het zicht is momenteel tijdelijk sterk beperkt.
Kim vertelt: “Ik hoorde dat er iets met mijn ogen was dat problemen zou geven. Meer dan ooit werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt hoe het voelt om de dagelijkse dingen te doen met een visuele beperking. Het opdoen van je lippenstift is ineens niet meer zo vanzelfsprekend!”
Gelukkig kan ze met de nodige aanpassingen haar werk als raadslid blijven uitvoeren: “Ik kan gebruikmaken van speciale software. Denk hierbij aan een goede voorleesfunctie en spraakgestuurde programma’s. Maar ook een extra groot beeldscherm helpt. Momenteel is licht een groot probleem. Zodra er te veel lichtinval is, zie ik alleen maar een witte waas met lichtflitsen. Tijdens debatten krijg ik een gunstige plek toegewezen, rekening houdend met de lichtinval. Zo blijf ik tijdens debatten toch betrokken en kan ik ondanks mijn beperkte zicht meedoen.”
Op de vraag of de beperking aan Kim’s ogen haar inzet als raadslid heeft veranderd, is ze resoluut: “Toegankelijkheid en begrijpelijke taal waren al belangrijk voor mij. Zeker gezien de situatie waarin ik ben opgegroeid. Voordat ik visueel beperkt werd diende ik al een motie in om alle correspondentie vanuit onze gemeente in toegankelijke taal te schrijven, op B1-taalniveau. Ik vind het belangrijk dat wij als gemeente ervoor zorgen dat iedereen kan ‘meedoen’. Daar bedoel ik mee dat de brieven die we sturen voor iedereen te begrijpen zijn.”
Hoewel Kim opliep tegen bezwaren als “onze ambtenaren schrijven toch al in duidelijk taal”, werd de motie aangenomen. Kim: “Ik zie nog wel iets en als het goed is komt mijn zicht weer terug. Maar dit is niet voor iedereen zo. Het kan iedereen overkomen. Er zijn geen uitzonderingen. Hier moeten we ons als gemeente én als overheid hard voor maken. Ik denk dat er altijd meer is wat je kan doen dan je al doet. Denk bijvoorbeeld aan het gebruiken van beeldtaal, in de vorm van een plaatje of pictogram. Dit kan laaggeletterde mensen al enorm helpen.”
‘Er is zoveel meer mogelijk dan ik had verwacht’
Kim houdt niet zo van clichés, zegt ze. Toch wil ze een tip meegeven aan andere mensen die een beperking ervaren: “Laat je niet beperken door je beperking. En ik weet, dat klinkt makkelijk. Ook ik ben geneigd om dit te doen, daar moet ik eerlijk in zijn. Realiseer je dat er zoveel mensen zijn die in hetzelfde schuitje zitten als jij. Of het nou om een visuele beperking gaat of om lezen en schrijven. Als jij het niet doet, gaan anderen het ook niet zo snel doen.”
Gelukkig ervaart Kim hulp uit allerlei onverwachte hoeken. “Er is zoveel meer mogelijk dan ik had verwacht. Je staat er echt niet alleen voor. En ja, soms moet ik kenbaar maken dat iets niet lukt als ik ergens tegenaan loop in mijn werk als raadslid. De reacties die daarop volgen verrassen met keer op keer. Iedereen is bereid om te helpen.”