LiNT (Leesbaar­heids­instrument voor Nederlandse Teksten)

Op deze pagina vind je informatie over het instrument LiNT (Leesbaarheidsinstrument voor Nederlandse Teksten). LiNT helpt jou om de begrijpelijkheid van je teksten te toetsen.

Wat je vindt op deze pagina:

Wat is LiNT?

LiNT is een online instrument dat je helpt om de begrijpelijkheid van teksten te beoordelen op een wetenschappelijk verantwoorde manier. Op basis van wetenschappelijk onderzoek analyseert LiNT teksten. Het instrument geeft feedback op de begrijpelijkheid van teksten, maar geeft geen herschrijfsuggesties. In het Tijdschrift voor Taalbeheersing kun je meer onderzoek vinden over LiNT, zoals Pander Maat, Kleijn en Frissen (2023), en Corsius, Van der Pool en Sluis-Thiescheffer (2023).

Waar gebruik je LiNT voor?

Je kunt LiNT gebruiken om:

  • feedback te krijgen op je eigen teksten;
  • anderen feedback te geven op hun teksten;
  • te bepalen welke teksten duidelijker kunnen; en
  • te bepalen hoe ver je organisatie is met helder communiceren.

Wie kan LiNT gebruiken?

LiNT is zonder kosten te gebruiken voor iedereen die bij een overheidsorganisatie werkt, zoals gemeenten, uitvoeringsorganisaties, waterschappen, provincies en rijksoverheid. Universiteit Utrecht regelt deze toegang. Wil je toegang krijgen? Stuur dan een mailtje naar Prof. dr. Antal van den Bosch via a.p.j.vandenbosch@uu.nl.

Belangrijke informatie bij het gebruik van LiNT

LiNT is in 2022 getest in een pilot waaruit een aantal kleinere en grotere verbeterpunten zijn gekomen. De voorgestelde verbeteringen hebben niet alleen te maken met gebruiksvriendelijkheid, toegankelijkheid en nauwkeurigheid van de tool, maar zitten ook op grotere en fundamentelere kwesties als de performance, governance en veiligheid (denk aan serverlast bij grootschalig gebruik, informatiebeveiliging en privacy van ingevoerde teksten en accounts, en de eindverantwoordelijkheid hiervoor).

Niet alle verbeteringen zijn al gedaan. LiNT werkt momenteel goed op kleinschalig niveau en geeft nauwkeurige analyses over tekstcomplexiteit, maar bij grootschalig gebruik kan het soms langer duren voordat je teksten gescand zijn. Als je LiNT gaat gebruiken, haal dan altijd gevoelige informatie uit deze teksten. En wees voorbereid op een langere scantijd op sommige momenten.

Hoe gebruik je LiNT?

Je plakt je tekst(en) in het programma, of uploadt die. En met 1 druk op de knop ‘Scannen’ start de analyse. Na een paar minuten levert LiNT je 4 soorten informatie:

  1. Bij Hoe moeilijk is je tekst? schat LiNT in voor hoeveel lezers je tekst problemen kan opleveren.
  2. Bij Vergelijk je tekst zie je hoe moeilijk je tekst is. LiNT vergelijkt je tekst met 10 Nederlandse tekstgenres.
  3. Bij Je tekstkenmerken geeft LiNT 13 kenmerkscores, verdeeld in 3 groepen: moeilijke woorden, moeilijke zinnen, en persoonlijke elementen. Denk bij dit laatste aan persoonlijke voornaamwoorden (bijvoorbeeld jij, hij, ons en u), persoonsnamen, zelfstandig naamwoorden die verwijzen naar personen (voetballer) en gebruik van de actieve vorm (Piet leest het boek in plaats van Het boek wordt door Piet gelezen).
  4. Bij Bekijk je tekst zie je de tekst met markeringen voor bijvoorbeeld moeilijke woorden en zinnen.

Hoe beoordeelt LiNT je tekst?

LiNT schat de moeilijkheid van je tekst. Die schatting is gebaseerd op een leesbaarheidsonderzoek waarin 120 teksten zijn getest op begrip. Deze begripsscores zijn goed te voorspellen aan de hand van een formule waarin 4 automatisch bepaalde tekstkenmerken staan:

  1. Woordfrequentie: hoe bekender, hoe beter.
  2. Aantal inhoudswoorden in zinsdelen per vervoegd werkwoord: hoge informatiedichtheid maakt lastiger leesbaar.
  3. Hoeveelheid concrete zelfstandig naamwoorden: hoe meer, hoe beter.
  4. Lengte tussen 2 woorden die bij elkaar horen: hoe korter, hoe beter.

De formule geeft elke tekst een moeilijkheidsniveau: 1, 2, 3, of 4. Die niveaus geven aan welk deel van de bevolking moeite heeft om de tekst te begrijpen. Op niveau 1 is dat 14%, op niveau 4 maar liefst 80%.

Ontwikkeling en uitrol LiNT

LiNT is ontwikkeld met steun van NWO, de Nederlandse organisatie voor het Wetenschappelijk Onderzoek, in het kader van een onderzoeksproject naar begrijpelijke taal. 3 universiteiten droegen bij aan de ontwikkeling, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Taalunie. Dit waren Universiteit Utrecht, Radboud Universiteit Nijmegen en de universiteit van Tilburg. Universiteit Utrecht verricht(te) het meeste werk onder leiding van Henk Pander Maat. Het beheer van LiNT ligt op dit moment bij Prof. dr. Antal van den Bosch van Universiteit Utrecht.

Vragen over LiNT en tips voor gebruik

Waarom duurt het soms zo lang voordat de scan klaar is en hoe kan ik deze scantijd verkorten?

Je kunt de scantijd verkorten door langere teksten op te splitsen in kortere hoofdstukken van 200 tot 500 woorden. Scan ook niet meerdere projecten tegelijkertijd.

Probleem

Het kost meer tijd om een tekst te scannen naarmate deze meer woorden en complexere zinstructuren bevat. LiNT moet iedere tekst namelijk ontleden om iets te kunnen zeggen over de leesbaarheid ervan. Hoe meer woorden een tekst bevat en hoe groter de afhankelijkheidslengte is tussen 2 woorden, hoe meer tijd het kost om de tekst te scannen.

De scantijd kan nog langer worden als er meerdere teksten in een project zitten, of als er meerdere projecten tegelijkertijd worden gescand. In veel gevallen krijg je een waarschuwing of foutmelding te zien als je een tekst wilt invoeren die te lang/zwaar is voor de tool.

Teksten van meer dan 9.000 woorden kan LiNT niet aan. Hetzelfde geldt voor projecten van meer dan 140.000 woorden. Dat betekent dat je in een project maximaal ongeveer 15 teksten van 9.000 woorden kunt invoeren. LiNT kan maximaal 100 teksten per project aan.

Oplossing

De lange scantijd kan verminderd worden door langere teksten op te splitsen in kortere hoofdstukken (houd hierbij wel rekening met de absolute limiet van 100 teksten per project). Voor LiNT is de ideale tekstlengte van deze hoofdstukken tussen de 200 tot 500 woorden.

Het opknippen van langere teksten tot een lengte van 200 tot 500 woorden heeft meerdere voordelen. Zo geven de scanresultaten van kortere teksten een gedetailleerder en betrouwbaarder beeld van de leesbaarheid. Van een langere tekst kunnen namelijk sommige delen zeer moeilijk zijn, terwijl andere delen wel goed leesbaar zijn. Het gemiddelde leesbaarheidsniveau zegt in dat geval weinig.

In teksten van 200 tot 500 woorden is de kans op een onnauwkeurige schatting van het leesbaarheidsniveau kleiner, en kun je beter inzoomen op de tekstdelen die voor problemen zorgen. Let hierbij wel op dat te korte teksten – 200 woorden of minder – ook geen betrouwbare steekproef zijn.

Daarnaast is de output bij teksten van 200 tot 500 woorden hanteerbaarder en een leerzamer format voor feedback. Je weet dan immers beter over welke tekstpassages de getallen gaan, en deze tekstpassages zijn beter te bekijken bij Bekijk je tekst.

Verdeel daarom langere teksten in kortere hoofdstukken van 200 tot 500 woorden. Scan ook niet meerdere projecten tegelijkertijd als je de scantijd kort wilt houden.

Waar moet ik op letten bij de opmaak van mijn tekst, voordat ik deze laat scannen door LiNT?

LiNT levert de beste resultaten wanneer je teksten goed zijn opgemaakt. Hier volgen eerst enkele algemene tips.

Algemene tips

  • Maak bestandsnamen niet te lang; dat maakt de LiNT-output beter leesbaar.
  • Vermijd koppeltekens in de namen. Spaties of lage streepjes (_) zijn geen probleem.
  • Vermijd typ- of spelfouten. Die hinderen de herkenning van woorden en de ontleding van zinnen.

Kopjes en dergelijke overslaan

  • Als je in je tekst ergens 3 dubbele kruisen zet (‘###’), dan slaat LiNT de tekst daarachter over, tot het een harde regelsprong (return) ziet.
  • Als titels of kopjes geen werkwoord bevatten, kun je ze beter overslaan door er ‘###’ voor te zetten. Zo voorkom je 2 problemen. Ten eerste staan er vaak geen punten achter kopjes, zodat LiNT ze plakt aan de zin die erop volgt. Als er wél een leesteken achter staat, ziet LiNT kopjes als hele korte zinnen, en schat het de tekst als eenvoudiger in dan die is.
  • Als titels of kopjes een zin met werkwoord vormen, kun je ze meenemen. Zorg dan wel dat er een leesteken achter staat (vraagteken, uitroepteken of punt).
  • Sla, naast kopjes, ook andere losse tekstonderdelen over, zoals briefhoofden (zender, ontvanger, plaats, datum en onderwerp), aanhef en groet. Zo houd je de bodytekst over.

Zinnen goed laten splitsen

  • Sluit elke zin af met een punt, uitroepteken of vraagteken.
  • LiNT laat de zin doorlopen na een dubbele punt. Wil je dat niet, vervang dan de dubbele punt door een punt.
  • Controleer of je tekst op ‘onverwachte’ momenten punten bevat. Zorg bijvoorbeeld dat je tekst geen opsommingstekens (letters of cijfers) met een punt erachter bevat: die worden gezien als zinnen van 1 woord. Zie de verbeterde opmaak in Voorbeeld 1 en 2 hieronder, waarin we de cijfers geschrapt hebben.

Opsommingen opmaken of herschrijven

  • Bestaat de opsomming helemaal uit zelfstandige zinnen met een vervoegd werkwoord? Dus zijn zowel de inleiding als de leden van de opsomming los leesbare zinnen? Zorg dan voor een punt achter die zinnen, zodat ze goed gesplitst worden.
  • Is de inleiding een zelfstandige zin, en de leden van de opsomming niet? Dan is het beter om de leden van de opsomming over te slaan. Zie Voorbeeld 1 hieronder.
  • Soms gaan de leden van de opsomming door met de zin die begint in de inleiding van de opsomming. Zie Voorbeeld 2 hieronder, waarin woordgroepen worden opgesomd die hangen aan het voorzetsel voor uit de inleiding. We raden aan om dit soort opsommingen te herschrijven. Het is namelijk beter als de inleiding van de opsomming op zichzelf staat. Zo hoeven lezers de inleiding niet de hele tijd te onthouden tijdens het lezen van de opsomming. Zie de verbeterde tekst van Voorbeeld 2 hieronder.
  • Mocht je toch een verbrokkelde zin als opsomming willen presenteren, dan is er een dilemma.
  • De opsomming is eigenlijk 1 lange zin. Maar wordt die zo aan LiNT gepresenteerd, dan wordt de tekstmoeilijkheid overschat. Door de regelsprongen is de opsomming immers makkelijker te lezen dan in ‘aan elkaar geschreven’ vorm.
  • Anderzijds: als je de opsommingsleden scheidt met punten, worden deze gezien als korte zinnen. Dan wordt de moeilijkheid weer onderschat.
  • Het beste is om de kortere opsommingsleden over te slaan, zodat er een zin overblijft met alleen het langste lid. Zie de verbeterde opmaak in Voorbeeld 2 hieronder, waarin het eerste en derde lid zijn overgeslagen.
  • Maar nogmaals, wij raden je de verbeterde tekst in de derde kolom aan. Na de scan kun je een genummerde opsomming uiteraard weer gebruiken.
Voorbeeld 1
OrigineelVerbeterde opmaak
Er zijn 8 mogelijke gebieden.
1.      Amstel III
2.      Arenapoort
3.      Sloterdijk 2 Zuid
4.      Sloterdijk 2 Noord
5.      Zuid/RAI
6.      Eenhoorngebied
7.      Het watergebied van Amsterdam
8.      Nieuwbouwgebied Haven-Stad
Er zijn 8 mogelijke gebieden.
### Amstel III
### Arenapoort
### Sloterdijk 2 Zuid
### Sloterdijk 2 Noord
### Zuid/RAI
### Eenhoorngebied
### Het watergebied van Amsterdam
### Nieuwbouwgebied Haven-Stad
Voorbeeld 2
OrigineelVerbeterde opmaakVerbeterde tekst
Elke verandering in de raamprostitutiebranche moet een verbetering zijn voor:

1.      de positie van sekswerkers.

2.      het voorkomen en bestrijden van criminele invloed, waaronder mensenhandel.

3.      het voorkomen en bestrijden van overlast.
Elke verandering in de raamprostitutiebranche moet een verbetering zijn voor:

### de positie van sekswerkers.

het voorkomen en bestrijden van criminele invloed, waaronder mensenhandel.

### het voorkomen en bestrijden van overlast.
Elke verandering in raamprostitutiebranche moet een verbetering zijn op 3 terreinen.

De positie van sekswerker wordt beter.

We kunnen criminele invloed zoals mensenhandel beter voorkomen en bestrijden.

We kunnen overlast beter voorkomen en bestrijden.
Woorden overslaan in LiNT: wanneer moet ik dit doen en hoe?

Wanneer gebruik je de oversla-lijst?

Je kunt LiNT bepaalde woorden laten overslaan bij de analyse op bekendheid. Ze tellen dan niet mee in de gemiddelde woordfrequentie van je teksten, en worden ook niet meer als onbekend gemarkeerd bij Bekijk je tekst. Dit kan handig zijn voor minder bekende woorden die je organisatie moeilijk kan vermijden. Het gaat dan dus om specialistische woorden. In teksten over landbouw kan het bijvoorbeeld nodig zijn om te spreken over vanggewassen en bemestingsnormen. En gemeenten kunnen niet heen om woorden als identiteitskaart en verblijfsdocument.

Zulke woorden kun je dus laten overslaan. Wees wel voorzichtig met de oversla-lijst.

  • Zet een woord niet te snel in de lijst. Moeilijke woorden die door LiNT niet gezien worden, maken de LiNT-resultaten minder betrouwbaar. LiNT ziet de tekst dan als makkelijker dan die daadwerkelijk is. Dus als een moeilijk woord enigszins vermijdbaar is, moet het niet in de oversla-lijst. Een woord als equivalent hoort bijvoorbeeld niet in de oversla-lijst.
  • Als je een woord in de lijst zet, zorg er dan voor dat er toelichting beschikbaar is op woorden uit de oversla-lijst. Dat kan in woorden of in beelden. Identiteitskaart kan bijvoorbeeld met een afbeelding worden toegelicht.

Hoe maak je de oversla-lijst?

  • In LiNT zie je op de pagina waar je teksten kunt invoeren in een project, een knop genaamd Woorden overslaan. Klik hierop en je krijgt een leeg invoerscherm te zien waar je woorden in kunt zetten.
  • Zet de woorden steeds op een nieuwe regel, zoals hieronder te zien is in het voorbeeld.
  • Je kunt de woorden intikken of inplakken; druk op Opslaan als je klaar bent. Je kunt ze ook als bestand uploaden met de knop Woordenlijst uploaden onderaan het invoerscherm.
  • De oversla-lijst geldt voor 1 project. Woorden die in meerdere projecten genegeerd moeten worden, zet je in een .csv- of .txt- bestand (in Word heet dat laatste formaat Tekst zonder opmaak). Dat bestand kun je per project uploaden.
  • De oversla-lijst werkt met woord lemma’s. Zo’n lemma dekt een woord in al zijn vormen. Je hoeft een woord dus maar 1 keer op te nemen. Als je lezen in de lijst zou zetten, worden lezen, lees, leest, gelezen en lezend overgeslagen; en als je boot in de lijst hebt staan, worden boot, boten, bootje en bootjes overgeslagen.

Voorbeeld oversla-lijst

lezen

boot

identiteitskaart

verblijfsdocument

bemestingsnormen

vanggewassen

Resultaten van een LiNT-scan: naar welke output moet ik kijken als ik snel een tekst wil verbeteren?

Soms heb je weinig tijd, soms meer. Of misschien zie je door de hoeveelheid feedback die LiNT geeft op je tekst, niet waar je moet beginnen. Daarom geven we hieronder 3 routes door de LiNT-resultaten, van kort naar lang.

Als snelle peiling: kijk naar moeilijkheidsniveaus

Voor een snelle peiling kijk je alleen naar de moeilijkheidsniveaus op de eerste LiNT-pagina, Hoe moeilijk is je tekst?

  • Je kunt voor grotere aantallen teksten zien hoe moeilijk ze zijn, en welke teksten beter moeten. Teksten op niveau 3 of 4 zijn lastig leesbaar voor 52% en 80% van de volwassen lezers. Die teksten zullen vaak herschreven moeten worden. Maar als je een brede doelgroep hebt, raden we aan om ook te kijken naar de teksten aan de moeilijke kant van niveau 2, dus vanaf een LiNT-score van 40.
  • De korte route is ook geschikt wanneer je ervaren bent met het herschrijven van teksten. Je kunt deze route dan gebruiken als je wilt zien of teksten na je herschrijving eenvoudiger geworden zijn.

Als probleemanalyse: kijk naar 2-4 tekstkenmerken voor lastige teksten

Kies deze route als je een snelle diagnose wilt voor de lastige teksten.

  • Na het bekijken van de moeilijkheidsniveaus, kun je beginnen met de tweede LiNT-pagina, Vergelijk je tekst. De ene as geeft de woordmoeilijkheid, de andere geeft een snelle indruk van de zinsmoeilijkheid.
  • Een volgende stap is om te kijken naar de 4 tekstkenmerken uit de LiNT-leesbaarheidsformule. Je vindt die op de derde pagina, Je tekstkenmerken. Het gaat om: (1) onbekende woorden, (2) abstracte zelfstandige naamwoorden, (3) lengte van deelzinnen en (4) afhankelijkheidslengtes.
  • Scoort je tekst op enig kenmerk als moeilijk, en wil je concreet zien waar het misgaat? Ga dan ook naar de vierde pagina, Bekijk je tekst. Kijk daarbij in ieder geval naar onbekende woordenconcrete en abstracte woorden en zinnen met veel bijvoeglijke bepalingen. Je ziet dan tekstplaatsen die qua stijl beter kunnen.

Als leermiddel: kijk naar alle tekstkenmerken

Kies deze route als je meer wilt leren over je teksten en over tekstkenmerken.

  • Bekijk eerst voor lastigere teksten alle tekstkenmerken op de derde pagina. Daarbij bekijk je ook kenmerken die minder direct van belang zijn voor de moeilijkheid. Zo is het goed om te weten of je tekst vaak woorden herhaalt, of die veel bijzinnen gebruikt, en hoe persoonlijk de tekst geschreven is. In het toepassen van die stijlkenmerken heb je meer vrijheid; op die punten houdt LiNT je een spiegel voor, en kun je eigen conclusies trekken.
  • Ook bij Bekijk je tekst kijk je naar de 5 kenmerken, inclusief zinnen met veel bijzinnen en verwijzingen naar mensen.

Ten slotte kun je hetzelfde doen, maar dan voor ál je teksten: dus ook die met een LiNT-score onder de 40. Je ziet dan ook de (kleinere) problemen in minder problematische teksten. Maar ook zie je wat er eigenlijk eenvoudig is aan eenvoudige teksten.

Hoort bij het thema

Hoort bij de community