‘Het zijn de mensen die de stad slim maken’

Hij ging onlangs met pensioen, maar echt stilzitten zal hij zeker niet. Hij blijft bijvoorbeeld de komende jaren werken aan agent-based modelling bij de Wageningse Stadseconomen. En dat is maar goed ook, want we kunnen nog veel leren van Gert Jan Hofstede, de gerenommeerde onderzoeker op het gebied van ‘sociality’. In deze blog vertellen we wat dat is. En hoe we vanuit de expertise en ervaring van Gert Jan kunnen leren hoe we steden écht slim maken. Want daar heeft Gert Jan een kritische blik op. Wat zijn slimme steden en wat maakt ze slim? En hoe bewegen we als samenleving in de juiste richting?

Gert Jan is van origine bioloog, maar heeft als onderzoeker verbindingen gelegd met meerdere disciplines, bijvoorbeeld de life sciences (de bundeling van wetenschappen die onderzoek doen naar organismen, zoals micro-organismen, planten, dieren en mensen ) en sociale wetenschappen. Verbinding zoeken komt ook terug in zijn werk als hoogleraar in artificial sociality. Dat is een manier om menselijke drijfveren en emoties te verbinden met maatschappelijke uitdagingen. Dat helpt ons om beleid te bepalen en besluiten te nemen.

Socialiteit (sociality) richt zich op hoe groepen zich collectief organiseren. Het gaat over hoe individuen en samenlevingen in elkaar grijpen en welke factoren daar invloed op hebben. Dat collectief organiseren gebeurt vaak onbedoeld. Hoe wij als Nederlanders samen opereren gaat vaak vanzelf. Groepen die dat anders doen vinden we ‘raar’. En dat geldt ook andersom.

Het verschil tussen Artificial Sociality en Sociality? Gert Jan: “Sociality is hoe wij door het leven bewegen. Artificial maakt daar een model van. Met zo’n model kun je praktische bevindingen toetsen.”

De rol van cultuur bij het ontwerpen van steden

Gert Jan buigt zich in zijn werk dus onder andere over hoe we om kunnen gaan met maatschappelijke uitdagingen en ontwikkelingen in de samenleving. En welke rol sociale groepen, maar ook individuen daarin spelen. Dat komt ook terug in zijn bijdragen aan het werk van zijn vader, Geert Hofstede. Hij maakte naam met veelvuldig onderzoek naar wereldwijde dimensies van cultuur, en interculturele samenwerking en communicatie. Lees meer over de dimensies van cultuur.

Cultuur is een belangrijke indicator voor hoe je je als maatschappij, als groep en ook als individu beweegt en kunt bewegen, en welke gedragingen daarbij horen. Daarover zegt Gert Jan bijvoorbeeld: “Ik heb meerdere bijeenkomsten met mensen uit verschillende landen en culturen voorgezeten. Daarin merk je meteen de invloed van cultuur op het verloop van de sessie. Denk bijvoorbeeld aan een bijeenkomst met een Russische delegatie. Daarin is de oudste persoon vaak degene die het gezag heeft. Dat is namelijk een culturele waarde. Dat betekent dat de manier om een open dialoog te voeren anders is dan in Nederland. Dat kan alleen als de gezaghebbende daar de aanzet toe geeft. In Nederland zijn we weliswaar informeel, maar luisteren we vaak slecht. Wij hebben vaak een informeel leider nodig die luisteren mogelijk maakt.”

Die culturele waarden hebben ook impact op hoe je de stad vormgeeft. In Nederland willen we dat graag in dialoog doen met elkaar, zelfs al blijkt dat in de praktijk vaak moeilijk door individuele belangen. Maar we willen idealiter inwoners betrekken bij het vormgeven van hun stad. “Wij willen over alles praten. Dingen moeten mogen. En het moet ook leuk zijn. Dan komen we in beweging. Maar dat is in andere landen anders. In Italië moeten dingen ‘verboden’ zijn. Inwoners gedijen erbij als een overheid ze vertelt wat er wel en niet mag. In China wordt de overheid ook als een krachtige entiteit gezien. Daar ga je niet mee in gesprek. De overheid bepaalt en richt zich op het langetermijnbelang van het gehele volk, niet het individu.”

Wat is de slimme stad?

Wat een slimme stad dus inhoudt verschilt dan ook per land, en vaak zelfs per regio. “Als Twentenaar ben ik al heel anders dan iemand uit de Randstad, terwijl we wel beide Nederlanders zijn.” Dat betekent dus ook dat de slimme stad er anders uit komt te zien. Dus wat is dan überhaupt de ‘slimme stad’ als het overal anders is? “Slimme steden worden over het algemeen gekoppeld aan technologie. We noemen het slim, omdat zodra een computer iets kan dat de mens niet kan, we dat slim vinden. Maar computers doen niet aan socialiteit. Het is een fout om de technische wereld te vergelijken met de sociale wereld. Het zijn de mensen die de stad slim maken.”

Dus is een stad dan echt slim door technologie? Niet als je het Gert Jan vraagt. “De slimme stad is een marketingterm, een hype. Een leefbare stad, dat zou slim zijn. Daar kun je technologie voor inzetten. Maar technologie kun je ook inzetten om je bevolking te onderdrukken. Technologie maakt de stad niet slim. De écht slimme stad is er 1 waar de technologie de burgers dient. De slimme stad is een stad waar je wilt leven. En iets dat niet door de strot geduwd is. Tenminste, bij Nederlanders. Voor Italianen en Chinezen is dat gemiddeld anders bijvoorbeeld.”

Het collectieve belang voorop

Hoe we slimme steden in Nederland dus eigenlijk moeten vormgeven zit ‘m in het zoeken naar die balans, in dialoog met elkaar, als collectief. Dat collectief is belangrijk. “We leven in een steeds meer individualistische maatschappij. We zijn met onszelf bezig. Maar het voordeel van de stad is dat we die met elkaar delen. Ik zou willen dat we die stad als een tuin zien. Daar moeten we samen voor zorgen. Het fijne aan een tuin is namelijk dat het niet gaat over jou of mij, maar over hoe wij samen werken aan die tuin.” Lees meer over deze visie om met maatschappelijke uitdagingen om te gaan.

Reflectie

Daarin is het belangrijk om te snappen wie wij zijn, zodat we samen die tuin op de juiste manier kunnen maken. Daar spelen dus eerdergenoemde culturele dimensies ook een rol in. Wat weten we over de gemiddelde Nederlander? “Mijn missie is om mensen ervan te doordringen wie wij zijn. Als we dat snappen, zijn we misschien eerder bereid om tot collectieve actie te komen. Dat vraagt ook om reflectie. Op onszelf, op elkaar en op het filter waarmee we naar onze relaties kijken.”

Hoe we als samenleving in beweging komen

Samen in beweging komen is niet makkelijk, weet ook Gert Jan. “Het lastige van sociality is dat je snapt waarom samenlevingen doen wat ze doen, maar je snapt ook dat dat moeilijk te veranderen is. Groepen kunnen enorm veel voor elkaar krijgen. Het kan wel. Maar je moet samen de energie vinden. Dan moet je ook samen affiniteit hebben met het onderwerp. De overheid moet die collectieve noemer voor mensen vinden. En soms werkt het al als 1 iemand in beweging komt. Die doet dan op het eerste oog maar wat. Maar zodra anderen volgen, ontstaan er ‘olifantenpaden’. En voor je het weet is het de norm.”

Voorbeeld van een olifantenpad

Bron: Jandirk.com

De overheid heeft daar een belangrijke taak in. “Als overheid moet je goed opletten op wat er in groepen gebeurt. Je moet het goede meteen adopteren. En verstoringen in de community moeten voorrang krijgen. Je moet als overheid voorwaarden en normen stellen. En vervolgens moet je ook zelf die normen volgen. Blijf dingen uitproberen en bijsturen.”