‘Er is een collectief gevoel van ongemak, daar moeten we doorheen’

“Ach, die is gewoon burgemeester geworden omdat ze blind is. Ze moesten vast voldoen aan 1 of ander quotum.” Nee, Tjarda Struik heeft dit soort reacties nog niet gekregen. Ze verwacht wel dat ze nog komen. Volgens de burgemeester in spe zitten we als maatschappij in een periode van ongemak en weerstand. “Maar daar moeten we dwars doorheen.”

Tjarda (1986) is vrijwel blind. Als ‘blindfluencer’ heeft ze bijna 200.000 volgers op het socialmediaplatform TikTok. Onlangs is ze voorgedragen als de nieuwe burgemeester van de gemeente Leiderdorp. “Het liefst had ik gezegd dat het de normaalste zaak van de wereld is”, begint Tjarda. “Maar dat is het niet.”

Tjarda Struik

Voorgedragen als burgemeester

Ze vindt het ontzettend bijzonder dat ze is voorgedragen als burgemeester. “De vertrouwenscommissie heeft echt lef getoond door voor mij te kiezen. Want los van mijn kwaliteiten: het eerste wat je aan mij opvalt, is dat ik bijna helemaal blind ben.”

Dus ja, natuurlijk is Tjarda blij. Tegelijk weet ze dat er op het gebied van inclusie en diversiteit nog een hoop werk te doen is. “Er is een collectief gevoel van ongemak ontstaan in Nederland. We worden ons steeds meer bewust van hoe we mensen uitsluiten en we vinden het heel moeilijk om het over inclusie en diversiteit te hebben. Daar moeten we doorheen.”

Heeft Tjarda voorbeelden? “Afkomst, huidskleur en culturele verschillen. Maar ook woordgebruik, zoals de discussie over ‘Zwarte Piet’ en ‘homo’ als scheldwoord. En natuurlijk ‘joden’ als geuzennaam in het voetbal.” Een ander voorbeeld: “Denk aan de voornaamwoorden om te verwijzen naar een ander. We zijn gewend om ‘hem’ of ‘haar’ te zeggen, maar spreken we dan wel iedereen aan?”

Doorslaan naar de andere kant

De bewustwording over woordgebruik groeit, ziet Tjarda. “En daar hoort ook bij dat we een beetje doorslaan naar de andere kant. Ik hoor bijvoorbeeld best vaak dat mensen het spannend vinden om woorden als ‘beperking’, of nog erger: ‘blind’, in de mond te nemen in mijn bijzijn. Omdat het te veel de nadruk zou leggen op wat ik niet kan.”

Mensen komen dan met creatieve alternatieven, weet Tjarda. “Zo werd er eens gezegd dat ik ‘visueel uitgedaagd’ ben. Tja, vrijwel blind zijn is inderdaad een uitdaging, maar het is echt niet erg om iets een beperking te noemen. Noem het gewoon zoals het is.” Dat het soms de andere kant op doorslaat, is overigens niet iets waar Tjarda zich zorgen om maakt: “Het is een gezonde slingerbeweging: van links naar rechts, om uiteindelijk ergens in het midden uit te komen.”

Uitzoeken wat normaal is

Soms betrapt Tjarda zichzelf op haar eigen ‘bubbel’. “Laten we gewoon normaal doen, denk ik dan. Maar ja, wat is normaal? En voor wie is dat normaal? Dáár moeten we als maatschappij achter komen. Dat is een zoektocht die al onze aannames toetst. Dat voelt natuurlijk heel ongemakkelijk.”

Welke rol heeft de overheid hierin? Tjarda: “De overheid heeft een voorbeeldfunctie en moet het meest toegankelijke en inclusieve orgaan zijn dat er is. De overheid is daarin ook wel aan het veranderen, maar er kan zeker nog een hoop beter. Ik stoor me bijvoorbeeld aan de uitleg en het woordgebruik in brieven van gemeenten. Véél te ingewikkeld.”

Taalgebruik grootste boosdoener

Niet verrassend: ook haar visuele beperking is vaak een belemmering om informatie van de overheid goed tot zich te nemen. “Ik gebruik spraaksoftware om door websites heen te gaan. Ik kom nog heel vaak plaatjes tegen zonder uitleg, alt-tekst dus. En heel vaak ‘ziet’ mijn spraaksoftware geen knoppen. Dus in plaats van dat ik moet horen dat ik een knop met ‘Terug’, ‘Verder’ of ‘Opslaan’ tegenkom, leest de spraaksoftware een hele reeks van cijfers, letters en leestekens op.”

Toch is taalgebruik de grootste boosdoener, vindt Tjarda. “Ik ben onderdeel van een aanjaagteam bij de overheid, om politieke en bestuurlijke deelname van mensen met een beperking te vergroten. In die rol hoor ik heel vaak van mensen die tegen dingen aanlopen bij de overheid. Dat ze iets niet begrijpen bijvoorbeeld.”

Zelf ook een voorbeeldfunctie

Zelf heeft Tjarda ook een voorbeeldfunctie, dat beseft ze goed. Op dit moment is ze nog raadslid in de gemeente Zeist. Straks is ze burgemeester in de Randstad. Wat zijn haar plannen met de onderwerpen inclusie en (digitale) toegankelijkheid? “Als burgemeester ben je meer regisseur dan uitvoerder”, nuanceert Tjarda. “Maar reken maar dat ik vragen blijf stellen over of iets inclusief en toegankelijk is.”

Trouwens, ook als ze geen vragen stelt, krijgt Tjarda met de ontoegankelijke kant van de overheid te maken. “Als vrijwel blinde burgemeester ga ik letterlijk en figuurlijk allerlei drempels tegenkomen. Het burgemeesterschap wordt dus hopelijk voor mij én voor mijn collega’s een leerzame periode.”

Doorgaan als ‘blindfluencer’

Tjarda de burgemeester dus, straks in Leiderdorp. En Tjarda de ‘blindfluencer’: gaat ze daarmee door? “Ja, ik wil graag verder met social media. Ik wil ook bijvoorbeeld op een laagdrempelige manier uitleggen wat het betekent om burgemeester te zijn. En hoe dat allemaal werkt.”

Met social media wil Tjarda zélf ook toegankelijk zijn. “Ik vind het fenomeen ‘social media’ heel erg belangrijk. Het past enorm bij deze tijd. Ik wil een open burgemeester zijn: iemand die grappen maakt, dingen uitlegt en benaderbaar is.”

Als burgemeester moet ze wel rekening houden met de voorschriften die gelden voor politieke ambtsdragers. “Ik moet zorgvuldig overwegen via welk medium ik mijn boodschap verspreid, want TikTok is niet toegestaan op mijn diensttelefoon. Wellicht gebruik ik mijn persoonlijke telefoon of wijk ik uit naar een ander medium.”

Blijf aankloppen

Er zijn veel mensen in Nederland die te maken hebben met een beperking. En met de ontoegankelijkheid bij de overheid. Wat zou Tjarda tegen hen willen zeggen? “Oefen jezelf in veerkracht. Want 1 ding is zeker: 100% toegankelijkheid bestaat niet. En kom je iets tegen wat beter kan? Laat dan van je horen. En blijf aankloppen.”