10 tips om inclusief te communiceren
Teksten schrijven waarmee je iedereen aanspreekt en geen mensen buitensluit. Dat willen we natuurlijk allemaal. En dan moet je er ook nog over nadenken of je niemand kwetst. Maar hoe doe je dit precies? Hoe zet je inclusief taalgebruik in? Daarover ging presentator Sanne Boswinkel in gesprek met Séverine Kas (toegankelijkheidsexpert | inclusief ontwerpadvies bij Stichting Accessibility), Claudia Grannetia (copywriter & communicatiespecialist bij Webmastery) en Marjet Tamse (senior trainer communicatie bij Radboud into Languages) tijdens het webinar van de Direct Duidelijk Tour op 28 september.
‘Diversiteit is er, deal with it’
Je bewust zijn van diversiteit is volgens Claudia heel belangrijk: “We hebben het elke keer over inclusief communiceren, maar dan moet je dus ook de verschillen tussen mensen snappen en kennen. Daarbij is het belangrijk om je inwoners of doelgroep ook echt te kennen. Om wie gaat het eigenlijk? En wat vinden zij er zelf van? Betrek ze erbij en wees je bewust van de diversiteit tussen alle personen.”
Binnen organisaties kan er weerstand zijn om inclusief te communiceren. Hierbij is het belangrijk om een lange adem te hebben om dingen daadwerkelijk anders te gaan doen. Als je tegen weerstand aanloopt binnen jouw organisatie, leg dan rustig uit dat diversiteit er is, overal. Inclusieve taal past bij de diversiteit van inwoners van Nederland. “Het is er, deal with it” – zegt Claudia resoluut.
Niemand wil anderen buitensluiten. We communiceren niet bewust verkeerd. Soms heb je wat hulp en uitleg nodig om te begrijpen hoe je inclusief communiceert. Daarnaast, dat er verschillen zijn tussen mensen, betekent niet per se dat je iedereen op een andere manier moet behandelen.
De enige manier om erachter te komen wat mensen willen, is door te testen
“Zoveel mensen, zoveel wensen. Wat de 1 fijn vindt, kan de ander juist weer ‘irritant’ vinden. Moet je nou alle teksten aanpassen als een inwoner zijn vinger opsteekt en zegt dat een woord niet fijn klinkt? Wie bepaalt er uiteindelijk? Wie is de baas over de taal in ons land?” – vraagt Sanne zich af.
De experts aan tafel zijn het erover eens dat we allemaal ‘de baas’ zijn. Dit begint door na te denken over bepaalde termen of woorden.
Marjet: “Je moet het binnen je organisatie wel met elkaar eens zijn over het aanpassen van teksten en weglaten van bepaalde woorden. En woorden moeten wel aanslaan. Mensen moeten zich erbij thuis voelen. De enige manier om erachter te komen waarbij mensen zich dus wél thuis voelen, is door dit te testen.”
Het verschil in schrijven voor sociale media of een brief
Claudia en Séverine bloggen regelmatig. Er is een verschil te merken tussen schrijven voor sociale media, of het schrijven van een brief aan inwoners van een gemeente.
Claudia vertelt: “Ik probeer op sociale media ook begrijpelijk te schrijven. Begrijpelijkheid is voor mijn gevoel altijd een onderdeel van inclusie. Onthoud: mensen scrollen op sociale media. Dus je wil dat de boodschap snel wordt begrepen. Mijn tip is: schrijf kort en duidelijk op sociale media. Probeer extra kritisch te zijn op inclusie, want mensen vallen online sneller over dingen die ze opvallen.”
Séverine is het met Claudia eens: “Ik schrijf op sociale media meer vanuit mijzelf als persoon. Dit is anders dan wanneer ik een artikel schrijf vanuit de organisatie waarvoor ik werk. Dat gebeurt meer vanuit kennis. Op sociale media is het een combinatie van kennis én mijn eigen ervaring. En natuurlijk denk ik dan extra na over eenvoudig taalgebruik en probeer ik jargon te vermijden. Uiteindelijk wil je zowel op sociale media als in een brief dat mensen je begrijpen.”
Meer weten over het inclusief taalgebruik en duidelijke taal? Bekijk onze eerdere webinars over deze onderwerpen:
- Waarom stoppen we niet gewoon met onduidelijke taal?
- Het belang van inclusief onderzoek
- Inclusief communiceren met iconen
Creatief én inclusief schrijven, kan dat wel tegelijk?
Door alle ‘spelregels’ en tips die er worden genoemd rondom inclusief communiceren, vraag je je bijna af of je nog wel creatief kan zijn. Séverine vertelt met een glimlach: “Je wordt juist eindelijk weer eens uitgedaagd. Het enige antwoord is op hoe je inclusief communiceert is creativiteit!”
Marjet: “Ik kan me voorstellen dat mensen denken: ‘Ik moet nu iets gaan schrijven. Wat mag ik allemaal nog? Wat kan ik? Wat moet ik niet? Wat moet ik wel?’ Mijn tip: ga gewoon lekker schrijven. Denk goed na over wat je wil zeggen en kijk daar vervolgens met een kritisch open blik naar. Klopt het allemaal? Zijn er dingen die je kan veranderen om het nog duidelijker te maken? Het ligt er ook aan waar je tekst voor bedoeld is. Als het een roman is, is het weer een heel ander verhaal dan wanneer het een tekst is voor een publieksfolder. Laat je teksten altijd controleren. Er zijn zelfs inclusiviteits-checks online te vinden. Je hoeft het ook niet allemaal zelf te kunnen. Schrijven is een proces dat je samen met anderen doorloopt.”
De belangrijkste tips voor inclusief communiceren op een rijtje
De conclusie is: wanneer we spreken over inclusief communiceren gaat het al snel over niemand buitensluiten, niemand kwetsen en iedereen aanspreken. En dit alles begint bij begrijpelijke taal. Door geen ingewikkelde woorden te gebruiken, zorg je al dat jouw teksten voor een grote doelgroep te begrijpen is. Maar alleen daarmee ben je er nog niet. Daarnaast heb je nog te maken met bijvoorbeeld gender, afkomst en religie. En laten we de doelgroep van mensen met een beperking niet vergeten. Het laatste wat je wil is iemand kwetsen met jouw tekst.
10 tips voor inclusief communiceren op een rijtje:
- Gebruik geen ingewikkelde woorden en schrijf in begrijpelijke taal.
- Kijk kritisch naar de woorden. Zijn dit de juiste termen? Spreek je iedereen op een fijne juiste manier aan?
- Schrijf zo dat iedereen het gevoel krijgt erbij te horen. Daarbij gaat het niet alleen om afkomst, maar bijvoorbeeld ook over gender én mensen die een beperking hebben.
- Verplaats je eens in de ander. Hoe zou iemand met een andere achtergrond (in de breedste zin van het woord) dit lezen?
- Blijf weg van waardeoordelen (hogere beroepsopleidingen, lagere beroepsopleidingen).
- Wees concreet. Durf te zeggen wie en wat je bedoelt.
- Doe nieuwe kennis op (bijvoorbeeld door schrijf- en taalgidsen te lezen).
- Laat je teksten altijd controleren.
- Blijf tijdens het schrijven denken: ‘iedereen hoort erbij’.
- Ga testen! Vraag de mensen voor wie je schrijft wat ze ervan vinden.
Nieuwsgierig naar het webinar? Bekijk de gehele aflevering over inclusief taalgebruik, over het hoe en waarom?